Landenweb.nl

ESTLAND
Geschiedenis

To read about ESTONIA in English - click here

ANWB vakantie boeken Estland

Steden ESTLAND

Tallinn

Geschiedenis

Begintijd

Bewijzen van bewoning van het huidige Estland dateren van ongeveer 7000 jaar geleden. Van 5000 voor Chr. tot de late bronstijd (ca. 1000 voor Chr.) hielden de mensen zich bezig met primitieve landbouw, visserij en de jacht. De eerste versierde voorwerpen dateren van ca. 2000 voor Chr. Uit deze tijd stammen ook overblijfselen van een soort forten, sporen van veeteelt en eenvoudige agrarische nederzettingen.

De eerste die het Estische volk beschreef was de Romeinse historicus Tacitus die schreef:"De Fenni (Esten) zijn barbaren zonder bezittingen. Ze hebben geen wapens, geen paarden en geen huizen. Ze eten kruiden, kleden zich in dierenhuiden en slapen op de grond...".

In de vijfde eeuw verschijnen er Slavische stammen in de buurt van het huidige Estland. De Esten bouwden meteen primitieve omheiningen om hun dorpen om zich te verdedigen, maar bij gebrek aan leiders werden ze al snel verslagen. Rond 850 werd Estland een onderdeel van de handelsroute van de Vikingen naar de Slavische volken, Byzantium en de regio rond de Kaspische Zee. In de 11e en 12e eeuw volgden er regelmatig invallen van Slavische volken die er echter niet in slaagden de Esten aan zich te onderwerpen.

advertentie

Christendom en Duitse overheersing

Denen, Zweden en Duitse monniken probeerden het christendom in deze regio te introduceren, ook zonder veel succes. In 1093 stuurde de paus in Rome kruisvaarders naar de Baltische regio om het christendom in te voeren. Samen met Duitse kooplieden volgde in 1200 een militaire invasie van de Duitsers onder leiding van Albert von Buxhoevden. In 1208 stichtten zij de stad Riga, de hoofdstad van het huidige Letland. Rond 1208 werden ook de stammen die in het huidige Letland en Litouwen wonen onderworpen. Vanaf 1208 probeerden de Duitse ridders ook het Estische grondgebied weer te veroveren. De Esten hielden lang stand onder leiding van Lembitu, maar delfden uiteindelijk het onderspit. In 1220 was geheel Estland onder controle van de Duitsers en van de met de Duitsers samenwerkende Denen. Alleen het eiland Saameraa verzette zich nog lang maar werd uiteindelijk in 1227 ook veroverd. In 1219 stichtte Valdemar II van Denemarken de stad Tallinn, de latere hoofdstad van Estland. In 1237 probeerden de kruisvaarders ook delen van Rusland te onderwerpen maar leden een smadelijke nederlaag in de beroemde slag op het in Estland gelegen en toen bevroren Peipusmeer. Het gedeelte van Estland dat toen Lijfland heette kwam onder de heerschappij van de Duitse ridders, Noord-Estland was voor de Denen. Estland werd een onderdeel van de Hanze, een handelsorganisatie. De Esten profiteerden hiervan en veranderden van een primitieve agrarische samenleving in een van de toentertijd best georganiseerde landbouw- en handelsnaties. In 1343 probeerde de Estische boerenbevolking een einde te maken aan de overheersing en veel Duitsers werden gedood. De Duitsers namen echter bloedig wraak en duizenden Esten werden letterlijk afgeslacht. In 1346 verkochten de Denen Noord-Estland aan de Lijflanders, een onderdeel van de Duitse Orde die daardoor de komende twee eeuwen geheel Estland zouden domineren. Kooplieden controleerden de handel en Duitse edelen waren eigenaar van 95% van de landerijen. Aan het einde van de 15e eeuw ontstonden twee nieuwe machten rond de grenzen van Lijfland. Het betrof Polen-Litouwen, een verenigd koninkrijk en Muscovitisch Rusland. Territoriale geschillen leidden tot oorlogen in 1454 en 1519 tussen de Duitsers en de Polen. In 1519 ontmoette Albert, het hoofd van de Livoniërs, Maarten Luther, de grote hervormer. Luther adviseerde Albert om zich af te wenden van de paus in Rome. In 1524 nam de kerksynode van Tallinn de grondbeginselen van de Reformatie aan, en Estland werd een protestant land. Deze ommezwaai betekende ook het einde van de Duitse en Livonische congregaties in 1561. De Lijflandse oorlogen zorgden voor een kwart eeuw onrust in Estland. De Russen onder leiding van Ivan de Verschrikkelijke penetreerden diep in het Estische grondgebied in 1558, verwoestten het land en verzwakten de macht van de Lijflanders. In de jaren zestig van de 16e eeuw vochten Polen-Litouwen en Zweden om het Estische grondgebied. De Russen mengden zich enkele jaren later ook weer in deze strijd. In 1584 namen de Zweden de macht over in Noord-Estland, terwijl Polen Lijfland aan zich onderwierp.

advertentie

Zweedse overheersing

In 1599 volgde er weer een oorlog tussen Zweden en Polen-Litouwen. In 1629, bij de Vrede van Altmark, bleven de Zweden over als de meest invloedrijke macht in de Baltische regio. Om de landeigenaren die van Duitse origine waren gunstig te stemmen, kregen zij van de Zweedse koning Gustavus Adolphus flinke stukken land. Ze maakten daar meteen misbruik van door belastingen te verhogen en lijfeigenschap in te voeren. De Zweedse koning Karel XI probeerde de macht van de Baltische baronnen te breken en te onderwerpen aan het Zweedse gezag. Karel XI deed ook veel aan de ontwikkeling van de bevolking. Eenvoudig onderwijs werd ingevoerd en de eerste boeken in de Estische taal werden gedrukt. In 1632 open de Universiteit van Tartu haar deuren. In 1699 sloten Rusland, Denemarken en Poleneen verbond en probeerden een einde te maken aan de Zweedse heerschappij over de Baltische regio. Dit leidde tot een titanenstrijd tussen Karel XII van Zweden en tsaar Peter de Grote van Rusland. In november 1700 versloegen de Zweden de Russen bij Narva. De Zweden maakten vervolgens de fout niet door te stoten naar Moskou, maar richtten zich op Polen. Terwijl Karel XII zich met zijn leger in Polen bevond viel Peter de Grote de Baltische regio weer binnen. In 1709 werd het Zweedse leger bij Poltava in de pan gehakt. In 1714 kregen de Russen de macht over Finland en vielen in 1719 Zweden binnen.

advertentie

Russische overheersing

Bij de Vrede van Nystad in 1721 werd Zweden gedwongen zich volledig terug te trekken uit de Baltische regio en kwam Estland onder Russische controle te staan. Ondertussen had Peter de Grote in 1703 Sint Petersburg gesticht. Aanvankelijk veranderde er weinig voor de Estische bevolking. Peter de Grote gaf de Duitse landeigenaren nog meer macht en zij controleerden op een gegeven moment het hele dagelijkse leven (o.a. politie, onderwijs en rechtssysteem). In 1739 werd de"Rosen-declaratie" opgesteld. Hierin werd vastgelegd dat de landeigenaren boeren konden kopen en verkopen, huwelijken konden tegenhouden en opleggen, en lijfstraffen konden opleggen. Ook werd er geloot wie in militaire dienst moest. Tsarin Catherina II wilde wat aan deze mensonterende toestanden doen maar de Duitse landeigenaren negeerden haar aanbevelingen. Dit leidde in de eerste helft van de 19e eeuw tot verschillende opstanden onder de bevolking die echter weinig effect hadden. De omstandigheden werden in 1861 pas wat beter voor de boerenbevolking. Tsaar Alexander III schafte toen de lijfeigenschap af. Hoewel ze daardoor de persoonlijke vrijheid terugkregen bleven ze economisch nog volledig afhankelijk. In de 19e eeuw begon Estland zich ook industrieel te ontwikkelen. Er werd papier, glas en textiel gefabriceerd. De steden groeiden snel qua inwonersaantal en rond 1860 waren de meeste bewoners van de steden autochtone Esten. Tsaar Alexander III versterkte de russificatie van de Baltische regio door de Duitse landeigenaren te vervangen door Russische bestuurders. Het tsaristische politieapparaat voerde in die jaren een waar schrikbewind. In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden er langzamerhand nationalistische gevoelens onder de bevolking o.a. door sociale hervormingen, de groei van de industrie en de hogere welvaart. Op de Tartu universiteit onderwees men de Estische taal en er ontstond een Estische intelligentsia. In 1905 ontstond er in heel Rusland veel onrust onder de bevolking (stakingen en demonstraties) en dat sloeg ook over op de Estische bevolking. Arbeiders staakten in Tallinn, Pärnu en Narva, en studenten protesteerden in Tartu. Duitse bezittingen werden in brand gestoken. Op een congres waar alle partijen van Estland bij aanwezig waren eisten men van Rusland autonomie en stopzetting van de russificatie. De Russen weigerden hierop in te gaan en de bevolking begon weer met het plunderen en in brand steken van bezittingen. De Russen reageerden fel en veel revolutionairen werden gearresteerd en ter dood veroordeeld. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had nog niet veel gevolgen voor Estland, hoewel de Duitsers wel van plan waren om Estland te bezetten. Wel werden veel Esten (ca. 100.000) werden opgeroepen om dienst te nemen in het Russische leger.

Door de oorlog, voedseltekorten en een zwakke regering ontstond er grote sociale onrust in Rusland. De tsaristische regering viel al snel en werd opgevolgd door een provisorische regering samengesteld door Alexander Kerensky.

Op 26 maart 1917 demonstreerden 40.000 arbeiders in Tallin. De Kerensky-regering reageerde hierop door zelfbestuur toe te staan. Er werd een Nationale Raad opgericht, de Maapäev, en een tijdelijke regering werd samengesteld met Konstantin Päts als premier. In november 1917 startten de bolsjewieken (Russische communisten) onder leiding van Lenin en Trotsky de Russische revolutie. Ondertussen waren de Duitsers opgerukt naar Tallinn. Op 24 februari 1918 verklaarde de intussen ondergrondse Maapäev de onafhankelijkheid. De volgende dag bezetten de Duitsers Tallinn, arresteerden veel Estische leiders, en claimden de heerschappij over Estland. Meteen daarop trokken de bolsjewistische troepen Estland binnen. Premier Päts vluchtte het land uit. In november 1918 eindigde de oorlog en de terugtrekkende Duitsers lieten een groot machtsvacuüm achter. Päts en de onafhankelijkheidsbeweging riepen meteen weer een onafhankelijk Estland uit waarop de bolsjewistische troepen wederom Estland binnenvielen. Dit keer werden de Esten echter militair geholpen door Engeland, Finland, Zweden en Denemarken. De Estische generaal Laidoner leidde het leger in het tegenoffensief in januari 1919. Tegen de zomer van 1919 waren de Esten al opgerukt tot de stadsgrenzen van Riga in Letland. Er werden in april verkiezingen gehouden en de eerste wetgevende vergadering werd geformeerd met August Rei als president.

advertentie

Estland onafhankelijk

Een grondwet werd in juni 1920 aangenomen en in 1921 werd Estland opgenomen in de Volkenbond. Estland was voor het eerst in haar bestaan een onafhankelijk land. In 1924 probeerden de communisten een staatsgreep te plegen die echter totaal mislukte. In 1939 tekenden Rusland en nazi-Duitsland de Molotov-Ribbentrop overeenkomst. Dit was een niet-aanvalsverdrag dat grote consequenties zou hebben voor de Baltische staten. Zo werd er afgesproken dat de Baltische state Polen bezette. Estland werd al snel hierna bezet door 100.000 Russische troepen. Duizenden Esten, waaronder Päts en andere politieke leiders, werden gedeporteerd naar de Sovjet Unie. In augustus 1941 werd Estland officieel een republiek binnen de USSR en kwam er een eind aan de korte periode van onafhankelijkheid.

advertentie

Tweede Wereldoorlog

In juni 1941 vielen de Duitsers Rusland binnen, en eind augustus was Estland bezet. De Duitsers werden door de Estische bevolking aanvankelijk als bevrijders verwelkomd. Al snel werd echter duidelijk dat het gewoon een bezettingsmacht was. Vele Esten werden tewerkgesteld in de Duitse oorlogsindustrie en er werd een schijnregering aangesteld om het land te besturen. Na de door de Duitsers verloren slag bij Stalingrad begonnen de Sovjets met hun tegenoffensief. In januari 1944 was een groot gedeelte van Europees-Rusland weer onder controle van de Sovjets en bereikten ze de grens van Estland bij Narva. Door de dreiging van alweer een Sovjetbezetting riep de leider van het verzet, Jüri Üluots, de Esten op om Narva te verdedigen tegen de Sovjets. Samen met de Duitsers hielden ze het zes maanden vol.

advertentie

Sovjetoverheersing

In september 1944 werd Estland echter door het Rode Leger veroverd en vele Esten vluchtten naar West-Europa en Finland. Door oorlogsslachtoffers, deportaties en gevluchte mensen was het aantal inwoners van Estland eind jaren veertig gedaald van 1,1 miljoen naar 850.000. In de jaren vijftig zuchtten de Esten onder het juk van Jozef Stalin. Politieke tegenstanders, intellectuelen en collaborateurs werden afgevoerd naar Siberische werkkampen. De Sovjetregering probeerde ook de nationalistische gevoelens onder de bevolking te onderdrukken door een culturele russificatie. De Estische geschiedenis werd herschreven, nationale monumenten vernietigd en de persvrijheid werd ernstig beknot. Ondanks deze maatregelen van de Sovjets bleef het Estische nationalistische bewustzijn natuurlijk bestaan. In het post-Stalin tijdperk demonstreerden de Esten dan ook regelmatig voor de mensenrechten in hun land. De periode van glasnost (openheid) en perestroika (reconstructie) in de jaren tachtig onder het bewind Michael Gorbatsjov leidde tot een opleving van nationalistische gevoelens in Estland. Het culturele leven floreerde weer, de persvrijheid nam toe, politieke partijen werden opgericht en godsdienstige uitingen werden weer in het openbaar uitgevoerd. In 1988 werden er weer beperkt politieke activiteiten toegestaan en het progressieve Estische Volksfront veroverde zetels in het parlement. Edgar Savisaar was op dat moment minister-president. Bij een nationaal referendum in maart 1991 stemde 78% van de bevolking vóór onafhankelijkheid. In augustus 1991 mislukte een militaire coup tegen Gorbatsjov en dit leidde tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.

advertentie

Estland opnieuw onafhankelijk

Estland verklaarde zich op 20 augustus 1991 onafhankelijk en koos ervoor om alle banden met de Sovjet-Unie te verbreken. Als gevolg van de verslechterende economische situatie nam minister-president Edgar Savisaar in januari 1992 ontslag. Hij werd opgevolgd door Tiit Vähi die een tussenregering samenstelde. In 1992 werd er na een referendum een nieuwe grondwet aangenomen. Belangrijke onderdelen van deze nieuwe grondwet waren een andere opzet van het parlement en het beperken van de macht van de president. In september werden de eerste vrije verkiezingen gehouden. Mart Laar, de leider van de grootste partij, de"Vaderlandse Alliantie", werd minister-president. Na een aantal schandalen werd Laar gedwongen af te treden, en werd opgevolgd door de gematigde Andres Tarand. Na de 2e verkiezingen in 1995 behaalde de Russische minderheid in Estland zes zetels in het parlement. Tiit Vähi werd wederom minister-president. Vähi nam in februari 1997 ontslag als minster-president na beschuldigingen van corruptie. Mart Siimann, vroeger journalist, werd genomineerd als de nieuwe minister-president. In mei 2001 behaalde Estland een groot succes door het Eurovisie-songfestival te winnen.

Op 1 mei 2004 trad Estland toe tot de Europese Unie. De nieuwe regering onder leiding van de nieuwe premier Juhan Parts (Res Publica) werd op 9 april 2003 door de president benoemd. Parts bood echter op 24 maart 2005 het ontslag van de regering aan. Na de verkiezingen van maart 2003 vormde Juhan Parts, de leider van de nieuwe partij Res Publica die vanuit het niets 28 zetels won (evenveel als Centre Party die tot dan toe had geregeerd) een coalitie met de neo-liberale Reform Party (RP) en de meer op het platteland gerichte People's Union. De regering-Parts had een meerderheid van 60 zetels. In het kabinet was slechts één vrouwelijke minister opgenomen, Mw. Ojuland, de minister van Buitenlandse Zaken. Zij was de enige bewindspersoon die reeds zitting had in de vorige regering. De 36-jarige premier Juhan Parts was voordat hij leider van Res Publica werd Auditor General.

Na enkele voorvallen in 2004 vertroebelden de verhoudingen tussen de twee coalitiepartijen. Het aftreden van de minister van Economische Zaken en Communicatie, Meelis Atonen, waren het begin van een reeks van gebeurtenissen die een verwijdering tussen beide partijen tot stand brachten. Op 9 september 2004 zag toenmalig minister Atonen zich genoodzaakt zijn ontslag aan te bieden na grote problemen inzake de veerverbinding tussen het vasteland en de twee grote eilanden (Saaremaa en Hiiumaa). Andrus Ansip, leider RP, liet bovendien weten zich niet langer gebonden te voelen aan een geheim memorandum (januari 2004) tussen zijn voorganger, Siim Kallas (de huidige Estse Eurocommissaris) en Premier Parts over een fusie tussen Res Publica en RP in het najaar van 2004. Ansip voerde hiervoor de 'veranderde omstandigheden' aan (gedaalde populariteit van Res Publica) en sindsdien ging het tussen beide partijen bergafwaarts. Vervolgens werd de minister van Buitenlandse Zaken, Mw. Kristiina Ojuland (Reform Party), op 8 februari 2005 door Premier Parts naar huis gestuurd. Zij weigerde politieke verantwoordelijkheid te nemen voor de vermissing van 91 vertrouwelijke documenten op haar ministerie. Op 22 februari 2005 nam Rein Lang, lid van de Reform Party, voor korte tijd het ministerschap van haar over.

Vier weken later diende de Reform Party een motie van wantrouwen in tegen de Minister van Justitie Vaher (Res Publica), die had voorgesteld 63 corrupte ambtenaren en bestuurders in Estland op te sporen en voor het gerecht te brengen. Zowel het precieze aantal van 63 als de manier waarop de doelstelling gehaald moest worden stuitte menig politicus tegen de borst. De motie werd in het parlement aangenomen en de regering Parts bood op 24 maart 2005 zijn ontslag in bij de president.

De nieuwe regeringscoalitie o.l.v. Andrus Ansip (Reform Party) kwam snel tot stand. De nieuwe coalitie bestaat uit drie partijen: Reform Party (RP), Center Party (CP) en People's Union (PU) en beschikt over een kleine meerderheid, t.w. 53 zetels (van de 101) in de Riigikogu.

In september 2006 werd de voormalige Estse minister van Buitenlandse Zaken Toomas Hendrik Ilves (52 jaar) de nieuwe president. Een kiescollege bestaande uit 101 parlementariërs en 244 lokale functionarissen verkoos Ilves (174 stemmen) boven de zittende president Arnold Ruutel (162 stemmen).

De parlementsverkiezingen van zondag 4 maart 2007 liepen uit op een zege voor de centrumrechtse Hervormingspartij van premier Andrus Ansip. Ook zijn coalitiegenoot, de meer linksgeoriënteerde Centrumpartij van Edgar Savisaar, deed het goed. Beide partijen ontliepen elkaar weinig. Circa 61 procent van de ongeveer miljoen kiesgerechtigde Esten kwam stemmen.

De Hervormingspartij zou volgens Estse media na telling van bijna alle stemmen kunnen rekenen op steun van 27,7 procent van het electoraat. De Centrumpartij zou uitkomen op 26,2 procent. In het 101 zetels tellende parlement zou de winnaar waarschijnlijk kunnen rekenen op 31 zetels tegen 29 voor de Centrumpartij.

Ansip leek zoals verwacht te hebben geprofiteerd van de sterke economische groei, sinds 2004 lid van de Europese Unie.

In juni 2009 stemt het Estse parlement in met een verdubbeling van het troepenaantal in Afghanistan. De euro is vanaf 01-01-2011 het officiële betaalmiddel in Estland. Het Baltische land met circa 1,3 miljoen inwoners is per 1 januari als zeventiende EU-lid toegetreden tot de eurozone. De euro vervangt de Estse kroon. In februari 2011 wint de hervormingspartij 56 van de 101 zetels. In augustus wint Toomas Hendrik Ilves de presidentsverkiezingen. Eind 2012 starten gesprekken met Rusland over grensgeschillen. In februari 2014 sluiten beide landen een verdrag dat een einde maakt aan deze geschillen. In maart 2015 wint de hervormingspartij van minister Taavi Roivas de verkiezingen mede als gevolg van de angst vanwege de Russische interventie in de Oekraine.

In 2016 houdt de NAVO oefeningen in het grensgebied. In oktober 2016 wordt Kersti Kaljulaid de eerste vrouwelijke president van Estland. In november 2016 vormt Juri Ratas van de centrumpartij, die veel steun vindt onder de Russisch sprekende minderheid in Estland, een coalitieregering nadat Taavi Roivas een vertrouwensstemming niet overleefde. In 2017 worden er Nato legereenheden in de Baltische staten gestationeerd vanwege wat vanuit het bondgenootschap wordt gezien als Russische dreiging. In 2017 worden er Nato legereenheden in de Baltische staten gestationeerd vanwege wat vanuit het bondgenootschap wordt gezien als Russische dreiging. In 2019 wint de centrumrechtse oppositiepartij Hervorming de parlementsverkiezingen en verslaat de regerende Centrumpartij bij de parlementsverkiezingen. In 2021 wordt Kaja Kallas de eerste vrouwelijke premier van Estland, nadat haar Hervormingspartij een coalitie heeft gevormd met de Centrumpartij.

ESTLAND LINKS

Advertenties
• ANWB vakantie boeken Estland
• Estland Hotels
• Estland Tui Reizen
• Hotels Trivago
• Autoverhuur Sunny Cars Estland
• Rondreizen Estland
• Djoser fietsreis - Estland, Letland & Litouwen
• Transport Estland - TTS Quality Logistics B.V
• Boeken, ook tweedehands, over ESTLAND bij Bol.com

Nuttige links

Baltic-Info Toeristische informatie over Estland (N)
Campersite Baltische Staten (N)
Dieren in Oost Europa (N)
Reisinformatie Estland (N)
Reizendoejezo – Estland (N)
Startpagina Estland (N)

Bronnen

Estonia, Latvia, and Lithuania: country studies

Federal Research Division, Library of Congres

Spilling, M. / Estonia

Marshall Cavendish Corporation

Taylor, N. / Estonia

Bradt Publications

Williams, N. / Estonia, Latvia & Lithuania

Lonely Planet

CIA - World Factbook

BBC - Country Profiles

laatst bijgewerkt maart 2024
Samensteller: Arie Verrijp / Geert Willems