Landenweb.nl

MALEISIE
rondreis MH deel 2e

M A L E I S I E

MEER REISINFO EN FOTO’S TE VINDEN OP ONZE TRAVELBLOG:
WWW.TANGATANGA.COM/HERLINDEMARC


KUALA LUMPUR, de hoofdstad van Maleisië, is met zijn 1.380.000 inwoners een van de meest levendige steden in Azië, een stad van aangename contrasten. Met zijn vele parken en zelfs een stukje jungle midden in het centrum, is het tevens een van de groenste hoofdsteden van zuidoost Azië. Overal word je begroet door de schitterende Petronas Twin Towers, het wereldbekende icoon van Maleisië. Een groot aantal vooroorlogse koloniale gebouwen kenmerkt het rijke verleden van de stad, deze vormen een groot contrast met de moderne sfeer. De mix van rassen en culturen – zo mogelijk nog opvallender dan in de rest van Maleisië – vormt een caleidoscoop van fascinerende uitzichten, klanken en kleuren. De metrotreinen rijden er zonder bestuurder …
Tijdens ons verblijf hier kiezen we voor een hotelletje in de hoofdstraat van het superdrukke Chinatown. Omringd door een potpourri van straatgeluiden, installeren we ons op de kamer … wat met onze nachtrust ?
Al bij al valt dit nog best mee want rond 23.00 u worden de 4 rijen kraampjes middenin de straat opgeruimd, de winkeltjes gesloten. Een zalige stilte tot zo’n 9.00 u ’s ochtends wanneer alles stilaan terug wordt opgezet.
’s Avonds banen we ons een weg tussen de wirwar van kraampjes door, waartussen nauwelijks plaats vrij is, het is zoeken naar een doorgang om ons hotel te kunnen bereiken … een echt doolhof !
Dag 1: Voor het eerst tijdens onze reis, sinds 19 mei, worden onze plannen wat in de war gestuurd door een felle regenbui. Van een succes gesproken ! Maar rond 10.00 u klaart alles op, het startsein om een eerste stuk van de stad te gaan verkennen.
Lake Gardens is een prachtig onderhouden heuvelachtig park (92 ha groot) dat werd aangelegd tijdens de Engelse bezetting. Het strekt zich uit rond 2 meren en wordt opgedeeld volgens verschillende thema’s, zoals vlinderserre, hertenpark, sculpturenpark, ...
De vogeltuin bestaat uit een groot bosgebied waarrond een enorme ‘kooi’ van netten werd gespannen. Massa’s tropische vogels leven hier samen in hun eigen habitat, bezoekers kunnen er vrij in rondwandelen.
De orchideeëntuin loont echt wel de moeite, massa’s bloemen van vele soorten geven een enorme kleurenpracht. Hibiscusbloemen zijn er wat minder.
Boven in het park staat het nationaal monument. Een enorm beeld met strijders, waarachter een zuilengaanderij met uienvormige torentjes, die naar een herdenkingszuil leidt.
We dalen af naar de meren en genieten verder van al die natuurpracht, echt een oase van rust in deze bruisende stad.
Dag 2: Een bezoek aan de nationale moskee Masjid Negara bevestigt ons vermoeden, de kledij van de moslimvrouwen is ondraaglijk warm … Om de moskee te mogen betreden moeten vrouwen een kleed en hoofddoek dragen, die worden voorzien aan de ingang ... dus Herlinde trekt deze braafjes aan. Het is een mooie sobere moskee, getypeerd door zijn 73 meter hoge minaret en azuurblauwe stervormige hoofdkoepel met 18 punten (komt overeen met de 13 staten in Maleisië + de 5 steunpilaren van de Islam). De bouw ervan werd geïnspireerd door de grote moskee in Mekka.
Het Islamic arts museum geeft een beeld van het ontstaan en de verspreiding van de Islam. De rol van de koran wordt toegelicht, het ontstaan van jaartelling en tijdsberekening, gebruiken, kunst, wetenschap, … We vinden het interessant om hierover toch iets meer te leren, aangezien we nog een tijdje in moslimlanden zullen reizen. Dit is gehuisvest in een zeer modern gebouw, opgetrokken in hoofdzakelijk witte tinten, met vele glaspartijen en getooid door 3 grote koepels in pastelkleuren. In de laatste zaal vinden we een groot aantal maquettes van de mooiste moskees ter wereld, hiervan zullen we er een aantal tegenkomen tijdens deze reis ... de grootste moskees zijn te vinden in … Saoudi Arabië en Abou Dabi ...
Little India toont ons de gebruikelijke kleurrijke drukte, met vooral zijdewinkels, maar ook sieraden, geldwisselaars, … Hier missen we de typische sfeer een beetje, misschien zijn de straten te breed en het verkeer te druk.
Dag 3: Vandaag staat een bezoek aan de Petronas Twin Towers op het programma. Toen dit 88 verdiepingen hoge torencomplex in 1998 werd ingewijd (kostprijs: 1,9 biljoen USD), was dit met zijn 452 meter het hoogste gebouw ter wereld. Doch in oktober 2003 werd het in hoogte overtroffen door een Chinees gebouw in Tapei. Op heden zijn het nog slechts de 4de hoogste gebouwen ter wereld, maar de torens blijven nog steeds de hoogste identieke gebouwen ter wereld. De architect van de torens kreeg als opdracht hierin de essentie van Maleisië tot uiting te brengen, de rijke cultuur en de bijzondere toekomstvisie en ambities. De vorm ervan is afgeleid van de 5 pijlers van de Islam, dat komt tot uiting door de ronde traditionele islamitische vormen.
Geïnteresseerden kunnen tot op de skybridge (loopbrug tussen de 2 torens op de 41ste verdieping, die eigenlijk werd geplaatst als evacuatieroute ingeval van brand), of zelfs sinds korte tijd tot op een platform bijna helemaal boven, daar wordt bovendien zelfs een diner aangeboden.
We zorgen ervoor zeer vroeg aanwezig te zijn, want de toegang is gelimiteerd (zo’n 1.640 personen / dag voor de skybridge). Om 8.15 u staan we al in een zeer lange rij, met weinig hoop, nochtans is de opening pas om 9.00 u. Na 2 uren aanschuiven zijn we blij nog een ticket te kunnen kopen voor de skybridge, de andere opties zijn uitverkocht. Omdat we pas om 14.20 u naar binnen mogen, maken we eerst een wandeling doorheen het bijhorende park met zijn vijvers en fonteinen. Daarna bezoeken we het hypermoderne winkelcomplex in de basis van de torens.
Een supersnelle lift, 1 verdieping per seconde, brengt ons in geen tijd naar de 41ste verdieping. En dit is echt al zeer hoog … we kijken neer op alle andere hoge gebouwen rondom … toch wel een speciaal gevoel. Wat moet dat niet zijn helemaal boven … Wanneer we terug beneden aankomen, kijken we nog naar een interessante documentaire over de bouw van de torens.
Dag 4: Het commerciële centrum van China Town bestaat uit de autovrije straat Jalan Petalin. We maken een wandeling in de straten rondom. Vooral de Sri Mahamariamnan tempel met zijn toren van pastelkleurige beelden, is prachtig. We hebben geluk, er vindt juist een ceremonie plaats. Een iets ouder koppel wordt eerst in de bloemetjes gezet, waarna alle feestvierders om beurten naar voren komen om doorheen een zeef een kruik water over het paar hun hoofden te gieten. Dit alles onder begeleiding van nogal luide blikkerige muziek.
Via het dichte junglepark Bukit Nanas Forest Reserve op de heuvel rondom, wandelen we naar de telecommunicatietoren. In dit zeer goed onderhouden park leven nogal wat dieren (apen, slangen, vogels, vlinders, insecten, …), maar vooral de dichte groene natuur is bijzonder … en dat midden in het centrum van een wereldstad … Men kan hier zelfs kamperen.
De telecommunicatietoren boven op de heuveltop, is met zijn 421 meter de 4de hoogste ter wereld, maar wel de enige die omringd wordt door jungle, midden in een stad. Op 276 meter hoogte is een uitkijkplatform dat kan bezocht worden en een spectaculair uitzicht over de stad biedt. Ook hier bekijken we een boeiende documentaire over de bouw ervan.
We wandelen van hieruit verder, opnieuw naar de Petronas Twin Towers. Door het effect van de verlichting zijn deze ’s avonds nog mooier en indrukwekkender dan tijdens de dag. Terwijl we wachten genieten we van het schouwspel van de fonteinen in het park, die gisteren niet werkten.

Ernaartoe:
locale aircobus Kuala Selangor – Klang, 5 MYR pp., 1 ½ uren onderweg
locale aircobus Klang – Kuala Lumpung Pasar Seni, 3 MYR pp., 1 uur onderweg
Overnachtingen:
Hotel China Town (2), 89,90 MYR per nacht voor een 2 persoonskamer met raam (voor 1 nacht 99,90 MYR, vanaf 2 nachten 10 % korting), incl. sanitair (warm water), proper, TV, gratis WIFI, gelegen midden in de drukke wandel hoofdstraat van China Town, waarop het raam uitgeeft, de bijhorende geluiden moet je erbij nemen op de kamer, eigenlijk valt dit nog best mee want na 23.00 u wordt er opgeruimd en is het stil tot rond 9.00 u, n° 70 – 72 Jalan Petaling, tel. 03-2072 9933, contact@hotelchinatown2.com, www.hotelchinatown2.com Beoordeling: 4/5
Excursies:
- Lake Park: inkom gratis
Vogelpark: inkom 45 MYR pp., nogal prijzig
een dergelijk park bezochten we reeds in Brazilië (aan de Iguasu watervallen), echt de moeite waard, daarom slaan we deze keer over
Orchideeën en hibiscus tuin: inkom gratis (behalve tijdens het weekend)
Nationaal monument en sculpturenpark: inkom gratis
- Nationale Moskee, Masjid Negara, inkom gratis
- Islamic museum: inkom 12 MYR pp.
- Little India: terugweg: metro Dan Wangi – Pasar Seni, 1,05 MYR pp.
- Petronas Twin Towers:
Ernaartoe en terug: metro Pasar Seni – KLCC, 1,60 MYR pp.
Bezoek skybridge: 10 MYR pp.
Bezoek platform: 40 MYR pp. (om hierop een kans te maken, best reeds voor 7.00 u ter plaatse zijn)
- Bukit Nanas forest reserve: gratis plannetje te verkrijgen in het visitor centre van het park
- Telecommunicatietoren:
bezoek uitkijkdek: inkom 35 MYR pp., ons hotel biedt tickets voor 20 MYR pp. (omdat we van hieruit de Petronas Twin Towers niet naast, maar slechts bijna volledig achter elkaar kunnen zien, gaan we niet naar boven)
documentaire: inkom gratis


MELAKA is gelegen aan de gelijknamige rivier, nabij haar monding in de Straat van Melaka. In de 15de eeuw groeide het rustige vissersdorp al snel uit tot een van ’s werelds grootste handelscentra. Arabische, Chinese, Indische en Europese kooplui werden aangetrokken door zijde, kruiden, goud, porselein, ... Als gevolg van diverse bezettingen, vindt men er nog steeds kenmerken van oud Portugese en Nederlandse architectuur. China Town wordt vooral gekenmerkt door vele locale kunstenaars. Trishaw chauffeurs rijden toeristen rond in hun creatief met bloemen en parasols versierde fietstaxi’s, vaak nog begeleid door – uit achterop bevestigde grote boxen – luid klinkende muziek. De stad met zijn veelzijdig en kleurrijk verleden, werd door Unesco erkend in 2008.
Bij onze aankomst in het centrum, worden we ons onmiddellijk bewust van het uiterst toeristische karakter van dit plaatsje. Terwijl Marc op zoek gaat naar een geschikte hotelkamer, wordt Herlinde de hele tijd omringd door poserende en kiekjesmakende toeristen. Wat een drukte !
Het is bijgevolg niet eenvoudig om een goed onderkomen te vinden … het weekend begint, de toeristen uit Kuala Lumpur stromen massaal toe … prijzen worden verhoogd …
Het mooie plaatsje komt ons wat artificieel over, de gebouwen in de buurt van het centrale plein zijn zeer mooi onderhouden en in aarderood geschilderd. Het houten Sultanate paleis zou zonder enige nagel zijn gebouwd … maar hier vinden we enkel een replica. Op een heuvel in de buurt bevinden zich de ruïnes van het Portugese Fort Santiago, het St.-Pauls kerkje waarin enkele goed bewaarde oude Nederlandse grafstenen staan, en een Britse vuurtoren.
Little India maakt weerom niet zo veel indruk op ons, behalve de sterke geur van kruiden en de vele winkeltjes, is dit stadsdeel niet zo typerend. China Town daarentegen is een leuke buurt, waar het aangenaam wandelen is in de drukte tussen restaurantjes, winkeltjes, kunstgalerijen, tempels, … jammer van de alom tegenwoordige auto’s. Hier vinden we ook de oudste nog gebruikte moskee van Maleisië (gebouwd voor de tijd van minaretten en koepels, … lijkt helemaal niet op een moskee …), de oudste Chinese Hindu tempel van Maleisië, … Langs de oevers van de rivier lopen smalle wandelpromenades, aangenaam rustig wandelen van de ene in de andere sfeer. Aan een oude rustige wijk met typische houten huizen keren we terug.
Alsof er nog geen drukte genoeg is … wordt er overal ijverig gebouwd aan spectaculaire pretparktoestanden, zoals reuzenrad, monorail, 8-baan, …
De Portugese wijk is wat verder van het centrum verwijderd. Hier vinden we mooie witte open landhuizen, zonder verdieping … doen inderdaad sterk denken aan Zuid-Europa. Verder is het zeer rustig in dit deel van Melaka, de toeristen hebben deze plaats nog niet gevonden (vandaag). De vele kraampjes en visrestaurantjes liggen er nog verlaten en gesloten bij.
We rijden er met de bus naartoe … niet wetende hoe we terug zullen keren. De bus maakt hier namelijk een grote lus en rijdt slechts in 1 richting … in ’t ergste geval rijden we een rondje mee … Maar terwijl we staan te wachten aan het bushokje komt een man van de overkant op ons af. Hij biedt ons een lift aan naar het centrum, wetende dat het openbaar vervoer hier veel te wensen overlaat. Onderweg vertelt hij de toeristen graag te helpen …
Het is zondag, we doen het wat rustiger aan … en gaan een stukje taart verorberen bij het bakkertje tegenover ons hotel waar de hele tijd een rij mensen tot buiten aanschuiven voor een tafeltje … De taarten zijn gemaakt van flinterdunne op elkaar gestapelde pannenkoekjes, met daartussenin een vulling. Ze gelijken een beetje op onze javanais … maar nog lekkerder ! We kunnen kiezen tussen een heleboel smaken … zelfs ‘groene thee’ …

Ernaartoe:
locale bus Puduraya busstation KL – nieuwe ‘TBS’ busstation KL, 2 MYR pp., 15 min.
airco bus TBS busstation KL – busstation Melaka, 12,20 MYR pp., 2 uren onderweg
locale bus busstation – centrum Melaka, 1 MYR pp.
Overnachting:
Tower hotel, 98 MYR per nacht voor een luxe kamer (normale prijs laagseizoen 88 MYR p.n., weekend + 10 MYR p.n.) met sanitair (warm water), TV, airco, gratis wifi, vrij recent hotel, G 20 Jalan PM4 Plaza Mahkota, tel. +606 281 2200, www.towerhotel.com.my Beoordeling: 4/5
Excursies:
Portugese wijk: ernaartoe: locale bus n° 17, 1 MYR pp.
Tip:
Overheerlijke taarten zijn te vinden bij het bakkertje Nadeje, Jalan PM4 G23 – 25, Plaza Mahkota, www.Nadeje.com.my

GRENSOVERGANG MALEISIE – SINGAPORE
Vanuit Melaka, in het zuiden van Maleisisch schiereiland, reizen we naar Singapore met de bus. Aan het immigratiekantoor van Maleisië worden we eerst afgezet. We mogen onze bagage achterlaten in het ruim van de bus, die een eindje verder op ons zal wachten. We volgen de anderen die uit onze bus stappen, velen zijn Maleisiërs die dit traject vaak afleggen en kennen de weg.
Bij het loket voor ‘internationale paspoorten’ wordt ons paspoort eventjes bekeken. De beambte vraagt ons naar het uitreisluik van een door ons ingevuld documentje dat we bij het in reizen zouden hebben ingevuld. We vertellen hem dat we met de trein van Thailand kwamen en we zo’n document nooit hebben moeten invullen. Hij toont hiervoor begrip, nog even onze vingerafdrukken controleren en we krijgen vlot de ‘exit’ stempel.
Zoals beloofd wacht de bus op ons. We rijden verder over de lange brug die de Straat van Johore (zee-engte tussen beide landen) overspant en worden opnieuw gedropt, nu bij de kantoren van de immigratiedienst van Singapore. Hier moeten we alle bagage meenemen voor eventuele controle.
Ditmaal hebben we wel zo’n immigratiekaart moeten invullen, waarvan we een gedeelte meekrijgen met ons afgestempeld paspoort. We mogen ook hier 90 dagen verblijven.
Alles verloopt vlot, tot onze bagage door de scanner moet. Daar merkt een overijverige controleur op dat we allebei een massa aan medicatie mee hebben. Een douanier wordt erbij geroepen en we moeten onze rugzakken openen. Ondertussen leggen we uit aan de man dat we inderdaad veel medicatie bij ons hebben, omdat we langdurig op reis zijn. We kunnen de noodzaak hiervan staven aan de hand van een doktersattest. De medicatie wordt meegenomen, we worden verzocht om te volgen naar een kantoortje en de doktersbrieven te tonen.
Alle medicatie wordt geverifieerd aan de hand van de attesten, we mogen zonder problemen het land in. Zonder het doktersattest zou men een arts hebben opgeroepen die één en ander diende te controleren. Nog geen probleem, maar het zou ons waarschijnlijk enorm veel tijd hebben gekost.
En de bus wacht ons op …
We vertellen de chauffeur dat er nog één man achter is. Bij hem werd een fles alcohol in de bagage gevonden. Alcohol en sigaretten mogen niet worden ingevoerd zonder aangifte.
Hierop wil de buschauffeur niet langer wachten, het is volgens hem een ernstig probleem. We rijden verder Singapore binnen.

Conclusie:
Bij aankomst in Singapore wordt alles grondig gecontroleerd. Zorg dat je goed voorbereid bent, want het bijhebben van verboden producten of verdachte zaken wordt ontdekt.
Een medisch attest voor eventuele medicatie in grotere hoeveelheden is eigenlijk voor elk land nuttig, hier hebben we dit voor het eerst ook werkelijk nodig gehad.
Ernaartoe:
rode locale aircobus Melaka centrum – busterminal, 1,5 MYR pp.
aircobus Melaka – Singapore, 22 MYR pp., 4 uren onderweg (incl. grensformaliteiten)


GRENSOVERGANG SINGAPORE – MALEISIE
Vanuit Singapore reizen we terug naar Maleisië. Met de lijnbus zijn we al vlug aan de grensovergang, waar we eerst weer worden afgezet bij de Singaporese immigratiedienst. Deze keer wordt ons gevraagd alle bagage mee te nemen, omdat we bij het buitenkomen de eerste klaarstaande bus van deze drukke lijndienst mogen nemen, op vertonen van ons busticket.
Een exit stempel krijgen we vlot en we kunnen onmiddellijk weer de bus op, die ons over de brug terug naar Maleisië brengt. Daar moeten we terug een inreis stempel gaan halen. Deze keer wordt ons wel gevraagd eerst een immigratiedocumentje in te vullen (wat niet het geval was bij de trein ‘grens’-overgang Thailand – Maleisië). Onze vingerafdrukken hoeven ze niet, die hebben we de vorige keer al laten maken. Weerom krijgen we vlot een inreisvisum voor 90 dagen in onze paspoorten, waarbij ook het exit luik van het door ons ingevulde immigratiedocumentje wordt gevoegd.
Voor we het hypermoderne, kraakpropere en blinkende gebouw buitengaan, stappen we even de toeristische dienst binnen voor een kaartje van het stadje. Wanneer we naar het centrum willen, hoeven we niet de bus verder te nemen, maar het gebouw verder doorgaan. We komen dan buiten midden in het centrum van het kleine grensstadje.
Ernaartoe:
metro naar station Bugis
locale bus n° 170 naar Johor Bahru, Maleisië aan busterminal Queen street / Arab street, 2,4 SGD,
45 min. onderweg

JOHOR BAHRU is een typisch grensstadje, gelegen aan de enige grensovergang Maleisië – Singapore over land. Bij onze aankomst wandelen we vanuit het hypermoderne glazen douanegebouw rechtstreeks het centrum van het stadje binnen, wat zeer eigenaardig is. Het stadje is rondom het douanecomplex gebouwd, een sterk beveiligde omheinde autoweg vertrekt vanuit het gebouw, doorsnijdt de stad en leidt via een brug over het water naar Singapore.
Er is een 20-jaren plan (2006 – 2026) om de vroegere oude vuile grensstad Johor Bahru volledig op te waarderen. Het moet een havenstad worden die aangenaam is om in te wonen, men ziet dit als een verlengstuk van Singapore. Het valt ons onmiddellijk op wanneer we door het fonkelende douanegebouw wandelen … we hebben het gevoel nog in Singapore te zijn … maar verder in het stadje is nog veel werk …
Vanaf het moment dat we met onze zware rugzakken door de straten van deze stad wandelen om een hotelletje te zoeken, klinkt het weer overal vriendelijk rondom ons ‘welkom in Maleisië’ … we zijn terug in dit welkome gastvrije land ! ’s Avonds wandelen we nog even rond en nemen een kijkje bij de mooie Indische Hindu tempel Rajamariamman.
In dit levendige plaatsje zullen we enkel overnachten, om ’s ochtends vroeg onze binnenlandse vlucht naar Kota Kinabalu (eiland Borneo) te kunnen nemen. ’s Avonds worden de straten opgevuld met kraampjes, het lijkt of de ganse stad op de been is … de hele nacht door klinkt een kakofonie van muziek en straatgeluiden … wanneer we ’s ochtends vroeg naar het busstation wandelen zien we nog wat enkelingen die verder feesten … in de tempel zijn de vroege vogels reed hun gebeden aan ’t opzeggen …

Ernaartoe:
metro naar station Bugis
locale bus n° 170 naar Johor Bahru, Maleisië, 2,4 SGD, 45 min. onderweg (vertrekt in busterminal Queen street / Arab street)
Overnachting:
Meldrum hotel, 90 MYR per nacht voor een standaard 2 persoonskamer met sanitair (warm water), airco, TV, gratis WIFI is enkel voorbehouden aan de gebruikers van de duurste kamers (we mogen deze zelfs niet gebruiken tegen betaling), verouderd en minder goed onderhouden centraal gelegen hotel, n°1 Jalan Siu Nam, tel.(607) 277 8988, medrumhotel@gmail.com, www.meldrumhotel.com beoordeling: 2/5

KOTA KINABALU (1) is de provinciehoofdstad van Sabah op het eiland Borneo en telt 579.000 inwoners. Velen beschouwen de stad als hoofdstad van het Maleisische deel van Borneo, terwijl Kuala Lumpur wordt gezien als hoofdstad van het schiereiland Maleisië. Tijdens WOII werd de stad 2 maal ernstig gebombardeerd en nadien van niets terug opgebouwd met straten in een roosterstructuur. In 1963 kreeg hij zijn huidige naam.
Vanuit Johor Bahru vliegen we naar Kota Kinabalu, de landingsbaan ligt evenwijdig met en vlak tegen de zee … we zien enkel water van op onze plaats en krijgen het gevoel in zee te zullen landen … gelukkig weten we beter. De stad Kota Kinabalu is min of meer afgebakend van de omgeving, ligt gesandwiched tussen de Zuid Chinese zee en een jungleheuvel.

Hier zullen we ons voorbereiden op het verkennen van de Sabah provincie, waar we nog niet veel concrete informatie over verzamelden. Tevens hebben we wat tijd nodig om onze reisblog weer eens bij te werken, na de achterstand die we opliepen door nogal onstabiel internet en het bezoek aan Singapore waar weinig tijd overbleef.
In de stad zelf is niet echt zoveel te zien. Er hangt een aangenaam rustige en vriendelijke sfeer, we maken dagelijks onze wandeling door de straten. Het ‘nat’ marktje langs de kade is een bezoek waard. Daar wordt de verse vangst verkocht die ’s ochtends door de vissers wordt binnengebracht. Ernaast bevindt zich nog een leuke markt, waar vooral groenten, kruiden en locale producten worden aangeboden. Teveel kraampjes zijn dicht bij elkaar in een grote ruimte gepropt, we kunnen amper door de smalle gangetjes passeren.
Tijdens één van onze rondwandelingen ontdekken we een soort overdekt eetmarktje aan Sedco Square, omringd door restaurantjes die vooral verse vis serveren. ’s Avonds wordt hier de vis gepresenteerd in grote aquariums of ligt op ijs … te wachten om verkocht te worden. Men kan hier vis kopen om mee te nemen of een portie kiezen en deze ter plaatse laten bereiden naar keuze uit de menukaart. Hier komen we krab eten … voor nog geen 9 EUR genieten we er van een overheerlijke maaltijd. Voor herhaling vatbaar !
Het Kota Kinabalu Wetland centre, voorheen Likas Bird centre genoemd, ligt aan de rand van de stad. In dit niet al te groot moerasgebied volgen we het plankjespad over vijvers en mangrovegebied. De naamsverandering mist zijn doel niet … we zien wel wat vogels, maar om dit gebied een vogelpark te noemen … verschillende soorten krabben, slijkspringers, salamanders, … zijn daarentegen zeer goed vertegenwoordigd. Een heerlijke wandeling in de natuur.
Het gebied is niet echt goed onderhouden, soms zijn de plankjes niet meer stevig … De bijna laatste 300 meter zijn er geen plankjes aangelegd … het is stappen door modder en plassen … We hebben sandalen aan en geen zin hiermee door de modder te ploeteren … keren terug en doen de wandeling nog eens in de andere richting.
Aan een meertje staat iemand van het parkpersoneel lustig te vissen … dit past volgens ons niet in een park met watervogels ... ook deze zijn immers vooral geïnteresseerd in het vissen …

Ernaartoe:
bus busterminal Johor Bahru – luchthaven Senai, 8 MYR pp., ½ uur onderweg
binnenlandse vlucht Johor Bahru – Kota Kinabalu, 258 MYR pp. met Air Asia, 2 uren onderweg
locale bus luchthaven – minibusterminal rand centrum Kota Kinabalu, 1,5 MYR pp.
taxi minibusterminal – centrum Kota Kinabalu, 10 MYR
De minibusterminal is een wirwar van minibusjes en grotere bussen door elkaar, het is niet evident het juiste vervoer te vinden.
Overnachtingen:
De Galleria Hotel, 118 MYR per nacht voor een zeer comfortabele 2 persoonskamer met sanitair (warm water), interieur lijkt pas vernieuwd in frisse lichte kleuren, groot raam met uitzicht op de avondmarkt, TV, gratis WIFI, kluis, airco, moderne badkamer met glazen schuifdeur, afgesloten douchecabine met glas aan 2 kanten, waterkoker en koffie/thee ter beschikking, zeer vriendelijk onthaal, klein restaurantje in de zitruimte met kranten ter beschikking, n° 14 Jalan Sentosa, Kampung Air, tel. +6088 246 166, contact@degalleriahotel.com, www.degalleriahotel.com beoordeling: 5/5
Excursies:
Kota Kinabalu Wetland Centre, gelegen in Likas:
inkom: 10 MYR pp.
ernaartoe: taxi, 15 MYR (volgens het toerismekantoor is het park moeilijk te vinden wanneer je er met de bus naartoe rijdt, omdat je meestal niet op de juiste plaats wordt afgezet)
terug: locale bus, 1 MYR pp. (rijdt naar minibusterminal KK, het centrum is op wandelafstand)
Tip:
visrestaurantjes aan de overdekte Sedco Square: kies een overheerlijke verse vis of schaaldieren uit de dagvangst en laat deze bereiden op de gewenste manier, helemaal niet duur

SEPILOK, op bezoek bij de ‘man van de jungle’ (orang-oetan in het Maleisisch) !
Het ‘Sepilok Orang Utan Rehabilitation Centre’ heeft als doel orang-oetans op te vangen die hulp nodig hebben, het zijn vooral weesjes, gewonde dieren en orang-oetans die ze uit gevangenschap redden. Hier worden ze verzorgd, waarna ze opnieuw leren een zelfstandig leven te leiden in de jungle. Het kan jaren duren vooraleer de dieren hiervoor weer klaar zijn. Om de overgang niet al te bruusk te maken, zijn enkele voederplateaus voorzien waar de apen terecht kunnen tot ze zich weer helemaal in de natuur thuis voelen en zelf voldoende te eten vinden.
Bij deze voederplateaus worden bezoekers toegelaten om de orang-oetans te bewonderen. In de voormiddag zien we er een 6-tal langskomen, waaronder 2 moeders met baby. Het is zo aangrijpend deze zeer menselijke dieren te zien, dat we in de namiddag terugkeren na een fikse regenbui met onweer. Dan zien we een moeder langskomen met haar 7-jarige zoon, dit is de leeftijd waarop een orang-oetan een zelfstandig leven gaat leiden. De moeder is terug zwanger en probeert wat afstand te nemen van haar zoon. Een prachtig schouwspel dat we kunnen bewonderen. Na het eten, verplaatsen ze zich en voeden zich verder met wat ze in de natuur vinden, nog steeds gaat het spel van moeder en zoon verder.
’s Avonds gaan we met een ranger een wandeling maken in deze prachtige jungle omgeving en zien opnieuw een orang-oetan. Deze keer zit hij op ons pad, we passeren hem op ongeveer 1 meter afstand. Het dier is zeer rustig en wanneer we staan te kijken naar enkele vliegende reuze eekhoorns, wandelt hij rustig langs ons om in een boom vlakbij zijn nest voor deze nacht te bouwen. Elke avond bouwt de orang-oetan een nieuw nest van takken en bladeren, hoog in een boom, om in te slapen.
Het nabijgelegen ‘Rainforest Discovery Centre’ is een groot junglepark met uitgezette trails, een canopy, een hangbrug over een meer, een prachtige bloemen- en plantentuin met de speciale vleesetende Pitcher planten. Het is een waar paradijs voor de natuurliefhebber. Hier vinden we nog echte junglereuzen ... enorme eeuwenoude bomen. De bedoeling van dit park is onder andere het spotten van vogels.

Ernaartoe:
bus busterminal Wawasan KK – Inanam, 1,5 MYR pp.
bus busterminal Inanam – rond punt Sepilok, 40 MYR pp., 6 uren onderweg (bus naar Sandakan)
Overnachtingen:
Sepilok Forest Edge Resort & Labuk B&B, 70 MYR per nacht voor een eenvoudige 2-persoonskamer in het B&B, inclusief ontbijt, met sanitair (warm water), alle opengaande ramen zijn goed afgeschermd met muggengaas, ventilator, gratis WIFI op het hotelterras, goed restaurant ter plaatse, vriendelijk onthaal met welkomstdrankje, zeer behulpzaam, jacuzzi 10 MYR pp. (gratis voor de klanten van het resort), gelegen in een prachtige rustgevende omgeving met vogels en dieren op een zeer goed onderhouden mooi domein, groot open zitterras, op 700 meter van het Sepilok Orang Utan Rehabilitation Centre, op 2 km van het Rainforest Discovery Centre, Jalan Rambutan-Sepilok, Mile 14, tel. 089-533 190, sepilok@sepilokforestedge.com, labukbb@tm.net.my, www.sepilokforestedge.com beoordeling: 4/5
Excursie:
Sepilok Orang Utan rehabilitation centre:
inkom: 30 MYR pp., 10 MYR per fototoestel, gratis lockers zijn voorzien (voor alle tassen, muggenspray, eten of drank, de apen zouden erop afkomen denkende aan eten en agressief worden)
De bedoeling is om tijdens de voederbeurten de orang-oetans te kunnen bewonderen, deze vinden plaats om 10.00 u en om 15.00 u. Open van 9.00 u – 12.00 u en van 14.00 u – 16.00 u.
Verder kan er ook een trail door de jungle worden bewandeld (hiervoor dient een permit te worden gevraagd bij de ticket balie) en er wordt een boeiende film getoond over het doel van de organisatie.
Avondwandeling met de rangers: 20 MYR pp.
Per inschrijving is er een ranger/gids beschikbaar, die je meeneemt in het park om zoveel mogelijk dieren te spotten en ondertussen wat informatie geeft. Hiervoor wordt weinig publiciteit gemaakt, om het rustig te houden. We zijn in totaal met 3 groepjes. De wandeling duurt 1 ½ uren en start om 18.00 u. Vooraf in te schrijven aan de ticket balie (tijdens de openingsuren).

Rainforest Discovery Centre (RDC):
inkom: 10 MYR pp. (aanrader voor de vogel- en natuurliefhebber)
Neem voldoende water mee, hier is niets verkrijgbaar (een cafeetje zou binnenkort opstarten).

SUKAU, in het lokale dialect ‘grote boom’, is een jungledorpje langs de melkchocoladekleurige Kinabatangan rivier. In houten paalwoningen leven hier nog de oorspronkelijke bewoners van Borneo op een zeer eenvoudige wijze. Zo gebruiken ze het water van de rivier, waterleiding is hier niet voorhanden. Hier komt men terecht in een paradijs van ontelbare verschillende kleurrijke vogels, apen, grote leguanen, katachtigen, slangen, insecten, …
Reeds van bij onze aankomst worden we ondergedompeld in een jungleomgeving met een schat aan natuur en dieren. We zien al vlug kleurrijke vogels rondom onze lodge, een reusachtige krokodil, een grote leguaan, …
Maar tijdens ons eerste boottochtje enkele uren later, zijn we pas echt helemaal onder de indruk: ontelbare vogels (waaronder meerdere soorten kleurrijke Kingfishers en Hornbills, uilen, …), proboscis monkeys (ook neusapen of ‘Nederlandse apen’ genoemd) , macaques, … en als kers op de taart : de Borneo Pygmee olifanten. Een kudde van meer dan 20 dieren, waaronder verschillende kleintjes, graast langs de rivieroever … hier krijgen we niet genoeg van. De Borneo Pygmee olifant is de kleinste olifant ter wereld.
Vroeg in de ochtend zijn we weerom aan het varen. In de mist gaan we op zoek naar meer dieren. Maar vooral de jungle op zich is prachtig bij het ontwaken … optrekkende mist, kleuren, geuren, geluiden, … Op het Oxbow meer staan de paarse waterhyacinten in bloei.
We maken een wandeling dwars door de jungle op zoek naar een orang-oetan en vinden enkele zeer recente nesten … maar de ‘man van de jungle’ laat zich niet zien. Jammer … Onder de modder komen we terug aan bij het hotelletje, waar we reeds worden verwacht voor het middagmaal.
Onze laatste boottocht in de namiddag brengt ons weerom naar een andere plaats. Over een lange smalle rivier varen we tussen niets anders dan junglebegroeiing … we zien weerom enkele nieuwe dieren (slangen, vogels, apen, …) … en de ons bekende soorten apen en vogels zijn ook weer van de partij. Hier krijgen we echt niet genoeg van.
Met spijt vertrekken we van deze prachtige locatie … op naar de volgende bestemming, die vast weer de nodige verrassingen zal bieden !

Ernaartoe:
minibus Sepilok B&B – Sukau lodge, 80 MYR pp., geregeld door de Barefoot Sukau lodge in Sukau
Overnachtingen:
Men kan individueel een verblijf hier regelen en ter plaatse een aantal riviertochten en junglewandelingen uitkiezen, de totale kostprijs hiervan bedraagt ongeveer de helft van de aangeboden pakketten (overnachting vol pension + een aantal riviertochten en junglewandeling). Deze accommodatie is echter zeer beperkt en dient ruim vooraf te worden geregeld, vooral in het hoogseizoen (juni – september). Alle kamers waren volgeboekt gedurende de ganse maand, dus we moesten een pakket boeken bij een lodge … of deze mooie plaats overlaten.
Barefoot Sukau Lodge, www.barefootsukau.com, tel. 017 897 3811 (Joe), tel. 089 235 525 (Rowena), 480 MYR per persoon, pakket met 2 overnachtingen, voor een basis 2-persoonskamer, met sanitair (warm water), ventilator, eenvoudig vol pension bestaande uit 4 warme maaltijden + 2 ontbijten (we krijgen zelfs oliebollen als ontbijt !), 3 boottochten van +/- 2 uren (2 x namiddag + 1 x ochtend) + 1 junglewandeling van +/- 2 uren, prachtige omgeving langs de oever van de Kinabatangan rivier. Beoordeling: 4/5

Niet alle gidsen zijn gemotiveerd, maar de omgeving heeft zoveel moois te bieden, dat de tocht hierdoor niet aan waarde moet inboeten. De meerwaarde van een goeie gids zit vooral in het geven van uitleg over de dieren en de omgeving.

KUNDASANG is een klein uitgestrekt dorpje waar men vooral leeft van de groenten- en fruitteelt, waartoe het koele klimaat in de hooglanden van Borneo zich zeer goed leent. Aan de grote weg staan overal kraampjes waar verse groenten en fruit worden verkocht. Enkele hotelletjes zijn er gevestigd als uitvalsbasis voor een bezoek aan het nationale park Mount Kinabalu of de beklimming van de berg.
Mount Kinabalu is de hoogste berg van Maleisië (4.095 m hoog), het gebied eromheen is als nationaal park erkend. De bijzondere berg kreeg een Unesco erkenning. Hij kan worden beklommen, mits men een overnachting boekt in een hut die gelegen is op +/- 800 meter onder de top. Zonder bewijs hiervan krijgt men geen permit voor de beklimming. Het is een prachtige klim, doorheen verschillende klimaatzones, waarbij de plantengroei zeer bijzonder is en steeds weer verandert. Ook al is het slechts een beklimming van 2.261 hoogtemeters, de prijs hiervoor is enorm hoog, men vraagt minstens 175 EUR voor de overnachting (in de slaapzaal van een gebouw waar momenteel geen elektriciteit, noch warm water, noch verwarming is), inclusief 3 maaltijden en een gids. Daarbovenop moet men nog een permit kopen.
Behalve de beklimming, kunnen er nog een aantal andere mooie wandelingen in het nationale park worden gemaakt. Om het gebied te mogen betreden, moet een inkom worden betaald.

Het is een mistige dag wanneer we de wandeling bergop aanvangen tot aan de Timpohon poort, waar een permit voor de top moet worden gekocht om verder door te mogen. Hier begint de eigenlijke beklimming van de berg, wie de top beklimt wordt met een minibusje tot hierboven gebracht. We kijken even rond en ontdekken dat we hier ook een permit kunnen bekomen om een deel van de klim te doen tot aan de Layang Layang poort, de eerste +/- 4,5 kilometer van in totaal 8 km tot helemaal boven. Daar hebben we wel zin in … maar ’t is een zware tocht met een hoogteverschil van bijna 1.000 m., daarvoor moeten we hier wat vroeger terugkeren.
Via een ander pad dalen we af, het mistige miezerige weer verandert in regen. De paden tussen het groen liggen er zeer modderig bij. Toch genieten we van deze mooie wandeling, maar zijn ook blij dat we terug beneden zijn in dit zeer vochtige weer. We hebben een grotere afstand afgelegd dan naar de top van de berg … maar niet in de hoogte.
We informeren ons aan de parkingang in hoeverre we met deze vergunning vanaf Layang Layang mogen afdalen naar het andere (alternatieve) vertrekpunt, Mesilau. Dat zou kunnen, mits men een gids meeneemt, wat de wandeling weerom zeer duur maakt.
De volgende ochtend beslissen we eens te gaan kijken aan de Mesilau poort om ons daar te informeren over de mogelijkheden. We kunnen eventueel wat wandelen in dat gebied, gelegen aan de andere kant van de berg en een stuk hoger dan het gebruikelijke vertrekpunt.
Daar aangekomen kopen we een permit en mogen zonder gids wandelen tot aan de Layang Layang poort, zo’n 5,5 km. Een steil pad brengt ons door een zeer gevarieerde en mooie begroeiing, die steeds maar verandert met de hoogte. De bomen en planten worden grilliger van vorm en kleiner, dit door het koudere klimaat. Bovendien worden we beloond met schitterende uitzichten. De top van de berg kunnen we van op dit pad niet zien, want het pad loopt te dicht bij de zeer steile bergwand.

Ernaartoe:
minibus hotel Sukau – wegsplitsing naar Kota Kinabalu, 80 MYR pp., 2 ¼ uren onderweg
bus wegsplitsing Kota Kinabalu – Kundasang, 35 MYR pp., 3 ¾ uren onderweg
Overnachtingen:
Nabalu lodge & cafe & bakery, 120 MYR per nacht, 150 MYR per nacht (weekendtarief op vrijdag en zaterdag) voor een comfortabele 2 persoonskamer met sanitair (warm water), incl. locaal warm ontbijt, TV, ventilator, gratis WIFI (zeer onstabiel), groot raam met zicht op de vallei + berg, jammer genoeg wordt onze nachtrust verstoord door de buren omdat de kamermuren zo dun zijn, restaurant niet bijzonder (enkel de taartjes vallen mee, het ontbijt is niet aangepast aan westerse toeristen en men is hier totaal niet flexibel om er iets aan te doen, na het avondeten hier hadden we elke nacht darmproblemen), voortdurend stroomonderbrekingen, aan de grote weg in Kundasang, troef: goed gelegen voor de reiziger met openbaar vervoer, tel. 088-889 789, enquiry@nabalu.com.my, www.nabalu.com.my, beoordeling: 3/5
Een overnachting in het nationale park zelf is behoorlijk duur, daarom verkiezen we langs de weg ernaartoe te logeren, waar vele overnachtingsmogelijkheden te vinden zijn. Ook hier zijn de prijzen aangepast aan de populariteit van het gebied. Het kleine dorpje Kundasang is op +/- 5 km van de hoofdingang van het park gelegen. Bussen, minibussen en auto’s kan je er de ganse dag door vinden voor je locale en verdere verplaatsingen.
Tijdens het hoogseizoen is het aan te raden op voorhand een kamer te reserveren, het kan vrij druk worden in de hotelletjes, vooral tijdens het weekend.
Excursies:
Mt. Kinabalu NP:
Aan de hoofdingang van het NP kan men een aantal trails volgen doorheen de dichte begroeiing. Men kan er een bezoek brengen aan de botanische tuin, deelnemen aan een geleide wandeling (+/- 11.00 u), een film over het park bekijken (extra te betalen).
Aan de 2de ingang van het NP, de Mesilau ingang, zijn geen wandelpaden uitgezet. Wel kan men er een geleid bezoek brengen aan een Pitcher plantentuin of een film bekijken over het park (extra te betalen).
De mooie rit van Kundasang tot aan Mesilau slingert gedurende ongeveer 10 km doorheen de prachtige landbouwstreek en voorbij een golfterrein. Op zich al de moeite waard. De omgeving van Mesilau heeft een totaal verschillende natuur, die veel specialer is dan deze aan de hoofdingang.
Inkom NP: 15 MYR pp., geldig per dag (tenzij je naar de top klimt), te betalen aan beide ingangen van het NP, hoofdingang of deze aan de Mesilau gate.

Beklimming van de top:
De klim naar de top is 8 km lang vanaf Timpohon gate, een hoogteverschil van 2.229 meter te stappen in 2 dagen (waarvan de laatste 820 m de tweede dag). Een permit wordt enkel toegekend indien men de boeking van een overnachting kan aantonen.
Een alternatieve klimroute vertrekt van de Mesilau gate, die +/- 130 m. hoger is gelegen, maar het pad is 1,5 km langer.
Permit om de berg te mogen beklimmen: 100 MYR
Inkom: 15 MYR
1 overnachting: +/- 700 MYR (incl. 3 maaltijden, geen verwarming, elektriciteit, warm water in de hut op dit moment, vervoer naar Timpohon gate, gids)
Beklimming tot aan de Layang Layang gate:
Wie wenst kan vanaf de gates aan beide ingangen, Timpohon (+/- 1.866 m hoog) of Mesilau (+/- 2.000 m hoog) een stuk van de trail wandelen die naar de top leidt, dit tot aan de Layang Layang gate (+/- 2.702 m hoog, +/- 4,5 km van Timpohon gate,+/- 5,5 km van Mesilau gate), waar beide trails samenkomen.
Om hiervan een doorgaande wandeling te maken met vertrek aan de ene en terugkeer langs de andere gate (totaal +/- 10 km), moet men normaal gezien een gids meenemen (95 MYR tot 5 personen). Hiervoor moet men van de parkdirectie (kantoor aan de hoofdingang) eerst een toelating krijgen. De Mesilau poortwachter vertelt ons dat men met wat overtuigingskracht en geluk wel de toelating kan bekomen om zonder gids deze prachtige wandeling te mogen maken.
Permit: 10 MYR pp. (deze permit ‘tot Layang Layang gate’ kan men zowel aan Timpohon gate als Mesilau gate kopen)
Let op: Mesilau gate wordt tijdens het weekend gesloten om 13.00 u (vermoedelijk ook Timpohon gate), men moet voor dit uur terug beneden zijn of kan niet meer buiten !
Op weekdagen sluiten de gates om 17.00 u.
Vervoer van hoofdingang NP naar Timpohon gate: 16,5 MYR pp., geregeld door het park zelf. Men kan ook met eigen vervoer het park binnenrijden (kostprijs ?).

ernaartoe:
Kundasang – hoofdingang NP: minibusjes of neutrale auto’s die deze rit voor 10 MYR willen maken, zijn te vinden aan het pleintje nabij het kruispunt van Kundasang. Aan de parking van het nationale park, langs de grote weg, kan je ook dit vervoer voor de terugweg vinden.
Kundasang – Mesilau: neutrale auto’s die deze rit voor 20 MYR willen maken, zijn te vinden aan het pleintje nabij het kruispunt van Kundasang. Wanneer we willen terugkeren, wordt zonder probleem door de hotelreceptie bij de Mesilau gate dezelfde chauffeur opgebeld die ons komt ophalen.

Na het verkennen van de provincie Sabah, met zijn prachtige unieke wilde dieren, keren we terug naar KOTA KINABALU (2).
Omdat we bij ons vorige bezoek aan Kota Kinabalu geen Rafflesia bloem te bewonderen was, hopen we dat er nu eentje bloeit. Bij aankomst is dit niet het geval, maar ’s anderendaags staat er eentje open. We beslissen een dag extra hier te blijven om de bloem te gaan bewonderen.
Na een 2 uren durende rit door de bergen, komen we aan bij het Tambunan Rafflesia Centre. De parking is leeg, dat vinden we eigenaardig. Aan de receptie willen we de inkom voor het park betalen. De bloem bevindt zich op 10 minuten wandelen van de parkingang, dus moet gemakkelijk te vinden zijn. Maar toch worden we verplicht een gids mee te nemen, waarvoor we +/- 25 EUR moeten betalen bovenop de parkingang. Dit vinden we echt overdreven … voor 20 minuutjes stappen heen en terug … We praten hierover met de verantwoordelijke van het park, die ons volledig begrijpt en zelf ook niet zoveel zou geven om 1 bloem te zien, en dan nog niet eens de mooiste in zijn soort ...
In dit park heeft men enkel de kleinste soort Rafflesia, een bloem met diameter van 32 cm – 38 cm. De grootste in zijn soort meet tot 80 cm diameter, wat natuurlijk veel indrukwekkender is.
We keren terug naar Kota Kinabalu … met het plan te trachten de Rafflesia nog te zien verder op onze rondreis door Borneo.

Ernaartoe:
minibus Kundasang – Kota Kinabalu, 20 MYR pp.
Overnachtingen:
omdat we heel tevreden waren over het hotel, keren we terug naar De Galleria Hotel, zie Kota Kinabalu (1)
Excursies:
Tambunan Rafflesia Centre:
Hier kan je de Rafflesia bloem zien, de bloei is niet gebonden aan een seizoen of periode, er staat echter niet altijd een bloem open. Bij het Sabah toerismekantoor in Kota Kinabalu kan men zeggen of er al dan niet een bloem in bloei staat, deze informatie is ook beschikbaar op facebook: Sabah forestry department.
inkom: 5 MYR pp.
verplichte gids: 100 MYR (tot 5 personen)
Toen we in het Sabah toerismekantoor in Kota Kinabalu vroegen wat we moesten betalen om het park in te mogen, werd enkel de inkomprijs vermeld, de ranger zou ons dan uitleggen waar we de bloem konden vinden. Dit blijkt niet de juiste info te zijn, we praten hierover met de verantwoordelijke van het park, die zeer verwonderd is. Hij vindt het jammer, maar kan niet afwijken van het reglement.
Hij vertelt dat velen tegen hem discussiëren over de abnormaal hoge kostprijs van de gids: 100 MYR voor 20 min. wandelen, de duurtijd van de wandeling is wel afhankelijk van het feit of de bloeiende bloem dicht of verder van de ingang van het park is verwijderd (kan ook 2 uren stappen zijn), maar de prijs blijft gelijk (om een voorbeeld te geven: een gids voor 1 dag klimmen op Mount Kinabalu kost 95 MYR). De man vraagt of we zijn directeur willen schrijven betreffende de sterk overdreven prijs voor een gids, dat is de enige die hieraan iets kan veranderen.
ernaartoe: gedeelde taxi Kota Kinabalu – Tambunan Rafflesia Centre, 16 MYR pp.
terug: een anonieme auto (zwarte taxi ?) stopt aan de wegkant, hij rijdt naar Kota Kinabalu, 15 MYR pp.

GRENSOVERGANG MALEISIE – BRUNEI
We nemen de boot van Kota Kinabalu naar Brunei, omdat ons dat wat meer comfortabel lijkt dan de bus. Maar … we zijn nog niet vertrokken als men begint met gul uitdelen van plastiek zakjes … die dan ook door velen onmiddellijk gretig worden gebruikt … En dit blijft zo doorgaan gedurende de 3 uren durende boottocht naar het eiland Labuan. Het is een vlakke zee, de boot vaart snel … zelf hebben we totaal geen last van onze maag. Alleen van de geluiden en geuren die ons de ganse tijd omringen … en we zitten op een gesloten boot (heeft de vorm van een sigaar, lijkt op de romp van een vliegtuig), het is dus onmogelijk om eens even buiten te gaan en een frisse neus te halen.
In Labuan moeten we 2 ¼ uren wachten op de boot verder naar Brunei. Om het eiland te mogen verlaten per boot, moeten we een terminal taks betalen (loket in de buurt van de migratiedienst). Voor we aan boord gaan, passeren we langs de migratiedienst van Maleisië, waar we vlot onze exit stempel krijgen.
De 2de boottocht duurt slechts 1 uur, we hebben het geluk dat ditmaal niemand ziek wordt. Dat maakt de trip veel aangenamer. We varen nochtans met een gelijkaardige boot, enkel wat kleiner.
Bij aankomst in Muara (Brunei), is het eventjes wachten in de rij aan de migratiedienst, om een visumstempel te krijgen. Hiervoor moet er ook weer een immigratiedocumentje worden ingevuld (wordt uitgedeeld tijdens de bootreis), waarvan we het afgestempelde exit luik met ons paspoort mee krijgen om af te geven wanneer we het land verlaten. Het gaat vlot, we mogen 30 dagen in het land verblijven.
De bagage gaat door een scanner … even wordt er getwijfeld … een bijgeroepen collega geeft ons echter groen licht om verder te gaan. Waarschijnlijk weerom door de vele medicatie die we in onze bagage mee hebben ...
Aan de ferry terminal is een kleine parking die er zeer rustig bij ligt. Geen taxi’s hier … een aantal mensen worden met privé auto’s opgehaald. We zien andere toeristen overleggen met chauffeurs die bootreizigers komen afzetten … en meerijden naar hun bestemming. Zelf krijgen we een spontaan aanbod van zo’n chauffeur voor 20 BND. Wij beslissen echter op een bus te wachten en na ongeveer 45 min. komt er uiteindelijk eentje aangereden die ons naar hoofdstad Bandar Seri Begawan brengt.

Ernaartoe:
boot Kota Kinabalu – Labuan, 3 ¼ uren, vertrek 8.00 u
boot Labuan – Muara, 1 uur, vertrek 13.30 u
ganse traject: 53 MYR pp. + 5 MYR pp. terminal tax Kota Kinabalu + 3,6 MYR pp. terminal tax Labuan
In Labuan moeten we 2 ½ uren wachten, tijd genoeg om te lunchen.

GRENSOVERGANG BRUNEI – MALEISIE
We nemen een langeafstandsbus naar Miri, in de provincie Sarawak, om onze laatste etappe in Maleisië aan te vangen. Deze vertrekt in het centrum van Bandar Seri Begawan, stopt onderweg slechts 2 x, maar dan wel telkens voor een ½ uur.
Aan de grensovergang gaat alles ongelooflijk vlot … dit hebben we nog nooit eerder meegemaakt ... We komen aan een zeer rustige grenspost, waar weinig verkeer is. Daar is een afzonderlijke rij voorzien voor autobussen, buspassagiers mogen hun paspoort aanbieden in een apart gebouwtje. Dit is zowel het geval bij de immigratiedienst van Bunei als bij deze van Maleisië.
Hier rijden amper auto’s de grens over, wij zijn de enige bus die er op dat moment passeert.
Deze zit bovendien helemaal niet vol, we zijn met 10 passagiers en gaan samen onze paspoorten aanbieden in het migratiekantoor van Brunei. De exit stempel wordt vlot verkregen.

Onze bus brengt ons een eindje verderop bij de Maleisische migratiedienst, om opnieuw samen te gaan ‘aanschuiven’. Hier gaat het zo mogelijk nog vlotter … er is zelfs geen scanner waar we doorheen moeten stappen, onze bagage wordt niet gecontroleerd (die mocht zelfs in de bus blijven liggen). Vingers even op een scanner ter controle van de afdrukken … stempel in het paspoort … en klaar is kees !

Ernaartoe:
bus Bandar Seri Begawan (Brunei) – Miri (Maleisië), 18 BND pp., 4 uren onderweg

MIRI is de tweede grootste stad van de Maleisische provincie Sarawak, gelegen op Broneo, vlakbij de grens met Brunei. De stad telt 300.000 inwoners van zeer verschillende origine, met zijn snel groeiende zaken en commercieel centrum, vormt hij tevens de basis voor Sarawak’s olie industrie. Ook het toerisme is hier in opkomst, al wordt de stad slechts gebruikt als basis voor verplaatsingen naar voornamelijk nationale parken, junglegebieden en duiklocaties. Het grote aantal hotelletjes en restaurantjes is opvallend.
Het stadje zelf heeft niet zoveel te bieden, we bezoeken enkele marktjes, maar houden het al vlug voor bekeken.
Zondag 31 augustus, morgen begint de Ramadam voor de moslim bevolking, die hier ruim in de meerderheid zijn. In de namiddag willen we donuts gaan eten in een modern winkelcomplex … maar alles is uitverkocht. Men is volop bezig er bij te maken, maar die hebben niet de kans in de toonbank te geraken, want men staat in een lange rij aan te schuiven om ze te kopen … We gaan dan maar in de tearoom ernaast een stukje taart eten, ook daar is niet veel keuze meer over ... En dergelijke toestanden zien we overal rondom ons. ’s Avonds zitten ook alle restaurantjes overvol. Vanaf morgen breekt de vastenperiode aan … nog vlug even genieten van al dat lekkers ?
De Niah grotten bestaan uit een aantal enorme kamers in een met primair regenwoud (hiervan werden de bomen nog nooit gekapt) bedekt karstgebergte, ze bieden nestplaatsen aan miljoenen zwaluwen. Zo’n 40.000 jaren geleden echter werden ze door de mens bewoond, in sommige ervan bevinden zich nog prehistorische muurtekeningen.
We zijn normaal gezien niet echt liefhebbers van grotten, maar deze kunnen ons echt wel bekoren. Na een mooie wandeling over een plankjespad doorheen het groen en langs karstrotsen, komen we bij de uiteindelijke grotten die bestaan uit een aantal zeer indrukwekkende kamers. In de ‘great cave’, brengt het plankenpad ons helemaal naar boven, waar we nabij de achterwand weerom afdalen achter een enorme middenzuil.
Hier kunnen we terugkeren via een ander pad rondom de zuil, of doorgaan naar een andere reusachtige kamer aan de andere kant van de berg. Ook deze is prachtig, we genieten van het schouwspel van zonnestralen die door een opening in de bovenkant binnendringen.
Wat verder komen we in een pikdonkere gang (zonder zaklamp kom je hier niet doorheen, het plankenpad is hier glad door de vochtigheid en de uitwerpselen van de zwaluwen), die ons 500 meter leidt naar de achterwand van de berg en naar buiten.
Het pad loopt weerom door de jungle om in een andere berg de ‘painted cave’ te bereiken. Hier zijn nog enkele prehistorische rotstekeningen te zien. Jammer genoeg zijn ze niet meer in goeie staat, maar wat foto’s ernaast tonen ons beelden van hoe ze in de jaren ’70 werden gevonden.
De locale bevolking kan van de overheid een vergunning bekomen om tijdens de broedperiode in de grotten zwaluwnesten te gaan verzamelen, die ze kunnen verkopen aan hoge prijzen. In de betere Chinese restaurants worden de zwaluwnesten bereid als zoet nagerecht, een lekkernij die zorgt voor het behoud van jeugdigheid en schoonheid. Hoe deze smaken ? … We gaan het niet proberen !

Ernaartoe:
bus Bandar Seri Begawan (Brunei) – Miri (Maleisië), 18 BND pp., 4 uren onderweg
bus Miri lange afstandsbusterminal – Miri terminal stadscentrum, 1 MYR pp.
Let op: locale bussen hebben een automatisch systeem voor betaling, waarbij men geld in een bak laat vallen, wisselgeld wordt niet weergegeven.
Overnachtingen:
The Room hotel, 118 MYR per nacht voor een ruime 2 persoonskamer met sanitair (warm water), TV, airco, gratis WIFI aan de receptie, vernieuwd hotel dat opstart met promotieprijzen, alles blinkt en schittert, lot 1570-1573, jalan Brooke, Miri, tel. 010-967 6774, theroomjalanbrooke@yahoo.com, beoordeling: 4/5
Excursies:
- Niah Nationaal Park:
inkom 10 MYR pp.
overzet naar overkant rivier en terug: 1 MYR pp.
ernaartoe en terug:
locale bus 33A busterminal centrum Miri – lange afstandsbusterminal Miri, 1,6 MYR pp.
bus Miri – Niah junction, 10 MYR pp., 1 ½ uren onderweg
anonieme taxi Niah junction – Niah NP , 30 MYR (enkele rit), 13 km

Het voormalige slaperige vissersdorpje BINTULU is uitgegroeid tot het industriële centrum van de provincie Sarawak, waar de belangrijkste zeehaven zich bevindt. Deze wordt vooral ingezet voor de olie-, gas- en houtindustrie. De stad met zijn 100.000 inwoners, ligt aan de Kemana rivier nabij de monding in de Zuid Chinese zee.
Een 4 uren durende busrit brengt ons van Miri naar Bintulu over een smalle weg. De ganse tijd worden we omringd door oliepalmplantages en stellen ons de vraag of er nog natuur overblijft in de provincie Sarawak ?
Wij verblijven in Bintulu om van daaruit het nabijgelegen Similajau national park te bezoeken, een smalle strook van secondary forest (oerwoud dat ooit werd gekapt), die zich uitstrekt langs de rand van de zee, afgeboord met gouden zandstranden.
In dit mooie, maar vooral super rustige gebied, maken we een dagwandeling. Een smal pad brengt ons door het groen naar enkele prachtige goudgele strandjes waarop minuscule schelpdiertjes naarstig rondkruipen, dieper in het woud naar een hellende rotsbedding waarover in het moessonseizoen een rivier loopt, door mangrove gebied, naar een uitzichtpunt, …
Wanneer we aan het uitzichtpunt even pauzeren, komt een groep Irrawaddy dolfijnen de show stelen door te spelen in de vlakke zee voor de kust. We genieten van het schouwspel, tot ze het een tijdje later voor gezien houden en verder zwemmen.
Op enkele van de stranden komen ’s avonds zeeschildpadden hun eitjes leggen. Om dat te zien zouden we moeten overnachten in het park, wat perfect mogelijk is met voldoende comfort.

Ernaartoe:
bus 20 (of 33A) busterminal centrum Miri – lange afstandsbusterminal Miri, 1,6 MYR pp.
bus Miri – Bintulu, 20 MYR pp., 4 uren onderweg
taxi busterminal – centrum Bintulu, 8 MYR (5 km), bussen rijden er amper
Overnachtingen:
Kintown Inn hotel, 92 MYR per nacht voor een 2 persoonskamer met sanitair (warm water), koelkast, TV, airco, gratis wifi, nogal verouderd interieur, waarbij een en ander niet optimaal functioneert, vrij onvriendelijk onthaal (vb. op onze vraag of we de bagage reeds in de kamer mogen plaatsen voor we onze paspoorten afgeven om in te schrijven wordt niet geantwoord – we krijgen gewoonweg de sleutel niet, een telefoontje kan enkel naar hun taxichauffeur – na lang aandringen mogen we onze chauffeur bellen tegen betaling, …), n° 93 jalan Keppel, Bintulu, tel. 086-333666, kintowninn@yahoo.com, beoordeling: 3/5
Excursies:
Similajau NP:
inkom: 10 MYR pp.
ernaartoe en terug: taxi 40 MYR enkele rit (maak best ineens een afspraak voor de terugrit)
Dit NP is aangenaam rustig om in te wandelen, het groen geeft voldoende schaduw. Enkele trails zijn uitgezet, waarvan de langste 9,8 km ver gaat, tot aan golden beach. Om dit stuk in de hitte niet 2 x te moeten lopen, kan je een bootje huren en je laten afzetten, 150 MYR (wat volgens ons sterk overdreven is). Enkele andere wandelpaden vertrekken aan het eerste deel van de lange trail. Avondwandelingen worden georganiseerd door de park rangers. Een kantine biedt koele drankjes en eenvoudige maaltijden aan.
In plaats van Bintulu als basis te kiezen, kan men ook in het park zelf in alle rust overnachten, zeer recente accommodatie, hutjes met salon + 2 slaapkamers (2P.) + koelkast, 80 MYR per nacht, te regelen met de parkadministratie in Miri (informatie te bekomen aldaar in het toerismekantoor).

SIBU heeft de grootste haven en is het commercieel centrum van centraal Sarawak, de grootste provincie van Maleisië en telt 255.000 inwoners. De stad is gelegen aan de brede Batan Rejan rivier, vlak voor de Rajan Basin, een rivierdelta waar doorheen deze 60 km verderop in de Zuid Chinese zee uitmondt. De zwaan is de mascotte van de stad, op meerdere plaatsen in het straatbeeld zijn bijgevolg grote beelden van zwanen te vinden.
Ons eerste idee is om vanuit Bintulu met een 4x4 diep de jungle van het binnenland in te rijden, om de volgende dag in Belaga de boot te nemen naar Kapit. Dit is momenteel echter geen optie, want de lage waterstanden laten het varen op de Batan Rejang rivier tussen Belaga en Kapit niet toe.

Over naar plan B, vanuit Sibu de Batan Rejang rivier opvaren naar het jungledorpje Kapit, bekend van het boek ‘Into the wild of Borneo’ van Redmond O’Hanlon (1984). Daar zouden we een of meerdere longhouses willen bezoeken.
Een longhouse is een traditionele woning van de authentieke stammenbevolking van deze streek, de zogenaamde koppensnellers. In een longhouse wonen soms meer dan 50 families samen, ze hebben er per gezin hun ‘appartement’, met keuken, woon- en slaapkamers. De woningen vormen 1 lange rij en komen uit op een gezamenlijke veranda, alles onder 1 groot lang dak. Op de veranda worden o.a. de traditionele ceremonieën gehouden van de stam, de zelf gebrouwen beruchte ‘rijstwijn’ gedronken, ... Deze gemeenschap wordt als een soort dorp gezien, onder leiding van een hoofdman. Mannelijke bezoekers die vrijgezel zijn, mogen de woningen niet betreden, maar blijven op de veranda, de plaats waar ze ook overnachten.
De busrit van Bintulu naar Sibu, duurt net als onze vorige grote verplaatsing 4 uren. Ditmaal is de weg zo mogelijk nog smaller … maar we zijn opgelucht de ganse tijd te worden omringd door mooie natuurlijke regenwouden, hier en daar onderbroken door een piepklein dorpje.
Andere reizigers vertelden ons reeds over hun teleurstellingen bij hun bezoek aan Kapit. We begeven ons naar het toerismekantoor voor meer informatie. Wat anderen ons vertelden, wordt hier meer dan bevestigd. Tijdens de 3 uren durende boottocht (je moet nadien dezelfde weg terug) kijk je uit op ‘gekapte’ jungle … om aan te komen op een locatie waar de ‘longhouses’ veelal zijn vernieuwd en moderner ingericht dan de woonhuizen hier in Sibu.
Deze kunnen worden bezocht met gids of een touroperator. Soms kan dit ook individueel, mits uitnodiging van een bewoner, maar steeds staat er een fiks bedrag tegenover. Weinig toeristen komen zo ver, men wil de volledige winst maken op de kap van deze mensen.
De man in het toerismekantoor raadt ons aan een longhouse te bezoeken in de buurt van Kuching, waar prijszetting wordt geregeld door de overheid (uit onze ervaringen in de provincie Sabah weten we dat ook zij niet steeds te onderschatten zijn in hun prijszetting !).
De beslissing is vlug genomen … over naar plan C …
In Sibu verblijven we een dag om er onze was te laten doen. Het is te laat om deze nog op te halen in het hotel, dus spreken we af met de man van de wasgelegenheid dat we deze ’s ochtends zullen binnenbrengen zodat we onze gewassen spullen voor sluitingstijd kunnen ophalen. Maar wanneer we daar aankomen is de zaak gesloten … na wat wachten komt daarin geen wijziging ... ook dit is Maleisië !
In dit stadje, dat helemaal niet toeristisch is, is het zeer moeilijk westerse voeding te vinden. De kleine Chinese winkeltjes richten zich volledig naar de locale bevolking … en die eten bijvoorbeeld geen yoghurt (denken we) … Toch leuk om hier eens een dag te verblijven, het leven van alle dagen te beschouwen, zonder toeristische invloeden !
Een wandeling langs de kade brengt ons van de gesloten boten voor personenvervoer naar de kleurrijke pakket- en ‘supermarkt’ rivierboten. Het laden en lossen hiervan is leuk om aan te zien. Verderop bevindt zich de container haven. Het verkeer op de brede Batan Rejang rivier is druk, boten groot en klein varen ongeordend om elkaar heen.
De Chinese Tua Pek Kong Temple & Goddess of Mercy Pagoda langs de waterkant is een bezoekje waard. De oude Chinees, die naast de deur op een bankje zit, geeft ons een sleutel om de 7 verdiepingen hoge toren te kunnen beklimmen. En de omgang op elke verdieping biedt ons telkens weer een mooi uitzicht op de rivier, de haven en de stad.
De Malay Kampungs aan de rand van het centrum zijn mooi om even doorheen te wandelen, een dorp van oude en recente houten paalwoningen die tot in het water staan.

Ernaartoe:
taxi hotel – lange afstandsbusterminal, 15 MYR
bus Bintulu – Sibu, 20 MYR, 4 uren onderweg
bus Sibu lange afstandsbusterminal – centrum Sibu, 1,2 MYR pp.
Overnachtingen:
Li Hua hotel, 65 MYR voor een 2 persoonskamer met sanitair (warm water), TV, airco, koelkast, gratis WIFI, welkomstdrankje naar keuze in het restaurantje, we krijgen een kamer op de 8ste verdieping met mooi uitzicht op de Rejang rivier, de haven, de stad en de zonsondergang, Lg. Lanang 1, Sibu, tel. +6084 324000, sibu@lihua.com, www.lihua.com.my, beoordeling: 5/5
Excursies:
bezoek Tua Pek Kong Temple & Goddess of Mercy Pagoda: gratis, men kan de sleutel van de deur vragen en de toren beklimmen, dit geeft prachtige uitzichten over de haven en de stad van op elk van de 7 verdiepingen

zie ook rondreis MH deel 1 en deel 3

Veel reisplezier, www.tangatanga.com/herlindemarc