Landenweb.nl

SOMALIE
Geschiedenis

To read about SOMALIA in English - click here

Geschiedenis

Ontstaan

In 1960 ontstond de Somalische Republiek uit een samenvoeging van Italiaans Somaliland (het zuidelijke deel) en Brits Somaliland (het noordelijke deel). Ondanks de vorming van een coalitieregering, met een evenredige representatie van de verschillende etnische groeperingen, raakte het land spoedig verwikkeld in een gewelddadige strijd.

Mohamed Said Barre

In oktober 1969 werd de macht overgenomen door generaal Mohamed Said Barre, die een beleid van 'wetenschappelijk socialisme' invoerde. Tijdens zijn bewind kende Somalië een centrale gezagsstructuur waarin (formeel) geen ruimte werd gelaten aan het clansysteem. De belangrijkste clan of afstammingsgroepen in Somalië zijn de Isaak, de Hawiye, de Dir, de Darod, de Digil en de Rahanweyn. De laatste twee behoren tot de Saab-groep en leven oorspronkelijk van de landbouw in het zuiden van Somalië, terwijl de eerste vier groepen traditioneel leefden van nomadische veelteelt en tot de noordelijke Samaal-groep behoren.

Gedurende de jaren zeventig en tachtig groeide het verzet tegen het autocratische en economisch niet succesvolle bewind van Barre. De van Ethiopië verloren oorlog om het Ogadengebied (1977-1978) werkte als een katalysator voor het ineenstorten van de Somalische staat. In het noordwesten van Somalië (het huidige Somaliland) ontstond een breed gesteunde onafhankelijkheidsbeweging, onder leiding van de Isaac clan. Barre trachtte de opstand van deze Somali National Movement (SNM) neer te slaan. Dit leidde tot een meedogenloze burgeroorlog, waarin velen om het leven kwamen en grote materiële schade geleden werd. Duizenden vluchtelingen trokken naar Djibouti en Ethiopië. Deze burgeroorlog heeft een tot op heden onoverbrugbare kloof geschapen tussen de Somalilanders en de rest van Somalië, De oplopende spanningen, teruglopende inkomsten en de dramatische afloop van de Ogadenoorlog betekenden het einde voor Barre. In 1991 verliet hij het land. Somalië stortte in met het uitbreken van de gewapende conflicten tussen op clan- en /of subclan basis georganiseerde milities en facties.

Jaren negentig

Op 18 mei 1991 riep de SNM de onafhankelijkheid uit in Somaliland, waarvan de grenzen overeenkomen met die van het vroegere Brits Somaliland. In augustus 1998 volgden clanleiders in het noordoosten dit voorbeeld en richtten Puntland op dat, in tegenstelling tot Somaliland, enkel streeft naar een semi-autonome status binnen een federaal Somalië. Noch Puntland, noch Somaliland werden en worden internationaal niet erkend als zelfstandige staat. In het centrale en zuidelijke deel van Somalië vormde het eigendomsrecht om beschikbare grond (landbouw en weidegronden, waterplaatsen en infrastructuur) de inzet van gevechten. In combinatie met een ernstige droogte begin 1992 leidde dit tot een enorme hongersnood en internationale voedselhulp in april van hetzelfde jaar. Toen deze hulp inzet van gewapende strijd werd besloot de VN eind 1992 tot een interventie UNITAF (Unified Task Force), met militaire steun van de VS. Ontwapening van de milities mislukte echter. Het internationale wapenembargo op Somalië werd (en wordt) bovendien overtreden. In oktober 1993 raakte UNOSOM (United Nations Operation in Somalia) in conflict met de milities van Generaal Mohammed Farrah Aidid.

De dood van Amerikaanse soldaten en de daarop volgende beelden van een Amerikaanse soldaat die door de straten van Mogadishu werd gesleept leidde in 1994 tot voortijdige beëindiging van de internationale bemoeienis met Somalië. De gevechten tussen de clans werden hervat, de verschillende strijdende facties versplinterden steeds verder en het banditisme raakte wijdverspreid.

Tussen 1991 en 1999 werden internationaal verscheidene pogingen ondernomen de strijdende partijen tot een vredesakkoord te bewegen. Deze mislukten allen.

Vredesbesprekingen

In 2000 organiseerde de Inter-Governmental Authority on Development (IGAD, een intergouvernementele organisatie waar Ethiopië, Eritrea, Kenia, Djibouti, Somalië, Soedan en Uganda lid van zijn) met ondersteuning van de VN in de Djiboutiaanse plaats Arta vredesbesprekingen. Aan deze 'Arta-besprekingen' deelden van mei tot augustus 2000 zo'n 2000 clanoudsten, religieuze leiders en andere vertegenwoordigers van de civil society mee. De delegatieleden bereikten in augustus een akkoord. Er werd een Transitional National Assembly (TNA) gekozen. Abdulkassim Salat Hassan werd voor een periode van drie jaar interim president. In oktober 2000 benoemde hij een Transitional Government (TNG), onder leiding van Ali Khalif Galaydh.

Somaliland, de meerderheid van de Darod/Majerteen, Hawiye en Rahanweyn clan en een aantal krijgsheren in Mogadishu distantieerden zich al snel van het TNG. De tegenstanders sloten begin 2001 een coalitie, in een poging tot een verenigd front te komen. Dit betekende dat de TNG geen draagvlak meer genoot onder de Somalische bevolking. Het geweld nam, met name in het zuiden van Somalië in hevigheid toe. Hierop besloot de IGAD opnieuw een poging te doen tot duurzame vrede en ontwikkeling in Somalië te komen. In oktober 2002 ging in Eldoret en later in Mbagathi, Kenia, een verzoeningsconferentie van start waar, met uitzondering van Somaliland, alle Somalische partijen aan deelnamen.

2004-2008

De conferentie aanvaardde eind januari 2004 de huidige grondwet. Deze voorziet in een federale staatsvorm en een overgangsparlement (TFP). Abdullahi Yusuf Ahmed, tot dan toe president van Puntland, werd in oktober 2004 door het TFP gekozen tot president van de Federale Republiek Somalië voor een termijn van vijf jaar. Met deze verkiezing is het vredesproces formeel ten einde gekomen. Na de inauguratie van president Yusuf op 14 oktober 2004 is de voorgaande overgangsregering TNG officieel afgetreden.

President Yusuf Ahmed wees op 3 november 2004 Ali Mohamed Gedi aan als premier. Gedi was tot zijn benoeming in Somalië werkzaam voor lokale en internationale niet-gouvernementele organisaties (NGO's). De verhuizing van de nieuwe regering en parlement van Nairobi naar Somalië liet tot februari 2005 op zich wachten. Tot op de dag van vandaag ervaart een deel van het parlement en de regering Mogadishu als een zeer onveilig gebied. In de hoofdstad vinden regelmatig gewapende gevechten plaats tussen verschillende belangengroepen. President Yusuf en premier Gedi verblijven vooralsnog in Jowhar. Hun veiligheid wordt gegarandeerd door Ethiopië en de plaatselijke warlord Mohammed Dheere. Als gevolg van deze situatie splitsten het kabinet en het parlement zich op. Naast de 'Jowhar groep' bestaat de 'Mogadishu groep' die onder aanvoering van Sharif Hassan Sheikh Aden staat. Het gevolg was dat het voor het overgangsparlement (TFP) onmogelijk bleek bijeen te komen voor een vergadering. Deze situatie bleef iets langer dan een jaar bestaan tot president Yusuf, begin januari 2006, onder auspiciën van de Jemenitische president, met zijn rivaal Sheikh Aden heeft gesproken. Uit deze vergadering volgde de zogenaamde 'Aden - verklaring', waarin beiden aangeven samen te werken om tot een oplossing van de status-quo te komen. De 'Aden - verklaring' werd gevolgd door een ontmoeting van het (bijna) voltallige TFP op 26 februari 2006 te Baidoa, ten noordoosten van Mogadishu. De vergadering verliep vreedzaam.

In juni 2006 herstelde een alliantie van milities die waren verbonden aan door particulieren opgerichte islamitische rechtbanken de orde in heel de hoofdstad Mogadishu. Het door Ethiopië en de Verenigde Staten gesteunde verbond van Somalische strijders in Mogadishu werd verslagen en verjaagd. De Hoge Raad van Islamitische Rechtbanken (SICC) beschuldigde Ethiopië van een inval in Somalië met duizenden troepen. De TFG en de SICC traden wel in gesprek.

In november en december volgden er gesprekken tussen de SICC en TFG die echter mislukten. Daarna greep Ethiopië met Amerikaanse steun half december militair in om de zwakke TFG te helpen en de islamisten uit te schakelen. De hoofdstad Mogadishu viel op 28 december. In 2007 en 2008 blijft het uitermate onrustig en is er nog steeds aanwezigheid van Ethiopische troepen. In juni 2008 tracht de regering een staakt-het-vuren te bewerkstelligen, maar Hassan Dahir Aweys leider van de Islamisten zegt niet te willen stoppen met vechten tot alle vreemde troepen het land uit zijn.

Piraterij

De jaren 2008 en 2009 staan in het teken van piraterij, piraten kapen schepen en eisen losgeld. Veel westerse landen sturen oorlogsschepen naar de kust van Somalië. In januari 2009 trekt Ethiopië alle troepen terug uit Somalië. In juni 2009 wordt de minister van veiligheid het slachtoffer van een bomaanslag. President Ahmed kondigt de staat van alarm af en vraagt om troepensteun van andere landen om te helpen tegen de strijd tegen het islamisme met name tegen de Al-Shabab militie. In februari 2010 verklaart Al-Shabab officieel dat ze banden hebben met al-Qaeda. In juli 2010 eist Al-Shabab de aanslag in de Ugandese hoofdstad Kampala op. Hier vonden 74 mensen de dood bij een bomaanslag tijdens de finale van het WK voetbal. In september 2010 stapt premier Sharmarke op, hij wordt opgevolgd door Mohamed Abdullahi Mohamed. In 2011 komt Kenia in actie op het grondgebied van Somalië tegen Al-Shabab. In 2012 zijn de eerst verkiezingen sinds 1967.

Recente geschiedenis

In september 2012 wordt Hassan Sheikh Mohamed president van Somalië. De Verenigde Staten erkennen de regering van Somalië in januari 2013 en zeggen in april 2013 militaire steun toe. In september slaat Al-Shabab hard toe in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. Meer dan 60 mensen komen om bij een aansla op een winkelcentrum. Volgens Al-Shabab is dat vanwege de Keniaanse steun aan Somalië. In december 2013 wordt premier Abdi Farah Shirdon na onenigheid met de president vervangen door Abdiwelli Sheikh Ahmed. In juni 2014 zijn er besprekingen tussen vertegenwoordigers van de VS en de EU met president Hassan Sheikh Mohamud, het gaat over de slechte politieke situatie en de strijd tegen Al-Shabab. In 20015 en 2016 gaat de strijd tegen Al-Shabab door gesteund door landen van de Afrikaanse Unie. In februari 2016 wordt de zuidelijke havenstad Merca heroverd op Al-Shabab. In februari 2017 wordt Mohamed Abdullahi Mohamed tot president gekozen. In oktober 2017 is er een grote aanslag in Mogadishu met 350 doden, al-Shabab claimt de aanslag. Sinds september 2020 is Mohamed Hussein Roble premier. De geplande verkiezingen van 10 oktber 2021 zijn uitgesteld.

SOMALIE LINKS

Advertenties
• VliegenNaar | Vliegtickets Mogadishu Somalie
• Boeken, ook tweedehands, over SOMALIE bij Bol.com

Nuttige links

Reisinformatie Somalië (N)
Somalië Startnederland (N+E)

Bronnen

Elmar Landeninformatie

CIA - World Factbook

BBC - Country Profiles

laatst bijgewerkt maart 2024
Samensteller: Arie Verrijp / Geert Willems